Malthus actueel
Syrische bootvluchtelingen die Europa in stromen op zoek naar een beter leven, de vergrijzing van de bevolking en het terugdringen van de welvaartsstaat,
de bevolkingskrimp waar veel Europese landen mee kampen, de armoede in ontwikkelingslanden, de opwarming van de aarde. Op het oog is dit een tamelijk
willekeurige greep uit een krant anno 2015, maar degene die ongetwijfeld een rode draad door deze verhalen had kunnen aanbrengen is Thomas Robert Malthus
(1766-1834), een Engelse denker die in 1798 debuteerde met een pamflet dat insloeg als een bom. Hij was alle utopische praatjes van zijn tijd zat en zette
messcherp de problemen op de kaart in An Essay on the Principle of Population as it Affects the Future Improvement of Society. Utopische denkers
zijn er vandaag de dag genoeg; er wordt rijkelijk gedroomd over een basisinkomen voor iedereen en geldloze maatschappijen. In dat opzicht is het boek Malthus. The Life and Legacies of an Untimely Prophet van de historisch geograaf Robert Mayhew een tijdige uitgave. Malthus’ denkbeelden worden
vaak in verknipte vorm gepresenteerd en bekritiseerd, en een boek dat zijn ideeën en zijn invloed degelijk samenvat is meer dan welkom. Zijn Principle of Population is voor vele wetenschappers een inspiratiebron geweest, en is dat nog steeds. Maar helaas geldt dat ook voor de vele
‘cranks’ en paniekzaaiers die met een zekere graagte het einde van de wereld voorspellen. Bij selectief winkelen in een klassiek werk ligt misbruik op de
loer. De kracht van Mayhews boek is dat het niet in die val trapt en Malthus goed in zijn tijd plaatst, maar ook de tijdloze inzichten van Malthus over het
voetlicht brengt en daarmee laat zien welke erfenis hij heeft nagelaten. Mayhew neemt de totstandkoming van het magnum opus van Malthus onder de loep, en
volgt de kritiek die erop loskwam. Maar waar het boek vooral meerwaarde aan ontleent is dat het de invloed van Malthus tot op de dag van vandaag in kaart
te brengt. Het valt niet als een biografie te betitelen; voor Malthus’ levensverhaal moet men toch zijn heil zoeken bij biografieën van James Bonar (1881)
en Patricia James (1979). Maar Mayhews studie blinkt vooral uit doordat zij laat zien dat veel dilemma’s waar we ook nu in de praktijk nog tegenaan lopen,
in wezen dezelfde dilemma’s zijn waar Malthus op wees.
De kern van Malthus
De centrale stelling in het werk van Malthus is dat de draagkracht van de aarde in termen van voedselvoorziening de groei van de bevolking niet zou kunnen
bijhouden. Tenminste, als mensen zich als konijnen ongehinderd zouden vermenigvuldigen. In de praktijk zijn er echter wel remmende factoren en de groei van
de bevolking wordt volgens Malthus beteugeld door ‘misery and vice’: ellende als hongersnood, oorlog en ziektes en ondeugden als abortus en het gebruik van
voorbehoedmiddelen. Dat was een harde en weinig bemoedigende boodschap. Malthus verbond aan zijn bevolkingstheorie ook een boodschap voor beleidsmakers
door kritiek te uiten op het gedecentraliseerde stelsel van sociale zekerheid van zijn tijd: de Poor Laws. Iedere parochie had in die tijd de zorg voor
‘zijn’ armen. Door armen een bijdrage per kind toe te kennen, vergrootte deze wet volgens Malthus de ellende alleen maar: hiermee konden armen een gezin in
stand houden, wat zij normaal gesproken niet hadden kunnen doen. Die boodschap was extra schokkend toen men er naderhand achter kwam dat zij uit de pen
vloeide van een dominee, iemand die toch naastenliefde zou moeten koesteren. Het is een dilemma van gevoel versus rede, en bij Malthus wint de rede van de
econoom het van het gevoel van de dominee. De econoom denkt niet alleen aan het heden, maar ook aan de dag van morgen. Bij alle subsidies en overdrachten
ziet een econoom niet alleen het inkomenseffect – een uitkering vergroot immers het inkomen en verzacht de armoede – maar ook het prijseffect: armenzorg
verlaagt de prijs van een kind onderhouden, en dan kan men ook verwachten dat armen meer kinderen krijgen. Volgens Malthus was het beste beleid om de
geldelijke armensteun helemaal af te schaffen. De enige steun die dan overbleef was de gang naar het werkhuis, een gevreesd instituut dat men maar beter
kon mijden. Gezinnen werden er immers gescheiden en het bestaan was er hard, en als men niet oppaste dreigde overplaatsing naar de gevangenis.
De waarheid zeggen
Malthus durfde het aan om bovenstaande boodschappen keihard en recht op de man af te verkondigen. Je zou bijna kunnen zeggen dat hij de standaard heeft
gezet voor latere economen. Economen hebben de neiging mensen die aan luchtfietserij doen ervan langs te geven. ‘There is no such thing as a free lunch’ is
op zo’n moment de meest gevleugelde uitdrukking. Een utopische denker die het zwaar moest verduren in het Essay van Malthus was de filosoof en
anarchist William Godwin (1756-1836). Godwin zocht de oorzaak van de sociale misstanden van zijn tijd vooral in het systeem waarin mensen functioneerden en
hij geloofde heilig in een ideale samenleving waar volledige gelijkheid heerste, zonder privaat eigendom en zonder overheid, waarbij afscheid werd genomen
van de marktsamenleving waarin eigenbelang overheerst. Voor de jonge Malthus was het een gruwel dat sommige mensen dit soort droombeelden voor zoete koek
slikten. Een van die mensen was nota bene zijn eigen vader, die volledig in de kracht van de verlichtingsideeën geloofde. Vader en zoon konden dan ook uren
debatteren over de zin en onzin van de ideeën van Godwin en aan die huiselijke botsing hebben we in feite het Essay te danken. Vader vond de
ideeën van zijn zoon uiteindelijk zo overtuigend dat hij de jonge Malthus aanmoedigde om zijn gedachten op papier te zetten. Na het zien van het resultaat
vond hij het zo goed dat hij voorstelde om het via een uitgever een breder publiek te bezorgen. En dat deed Malthus, weliswaar anoniem, maar zijn gedachten
werden al snel publiek en vanaf die tijd werd hij, zoals zijn biograaf James Bonar dat in 1881 beschreef, ‘the best-abused man of the age’. Zijn invloed
zou in de twintigste eeuw nog groter worden, toen het bijvoeglijk naamwoord malthusiaans synoniem werd voor doem en ellende. De doembeelden die Malthus
schetste hebben hem niet alleen kritiek opgeleverd van vakgenoten, maar van de gehele bovenlaag van de maatschappij. Het commentaar van dichters,
schrijvers, gelovigen in God maar vooral gelovigen in de Verlichting, was niet mals. De bekendste criticus van Malthus was niemand minder dan Charles
Dickens. Wie bijvoorbeeld diens Christmas Carol herleest, kan Malthus herkennen in de boekhouder Ebenezer Scrooge, de econoom zonder enig
medeleven. In een bekende scène wordt Scrooge tijdens kerst gevraagd om een donatie voor de armen, maar hij geeft niet thuis. Liever steunt hij de ‘prisons
and workhouses’ en als mensen van armoe sterven dan moeten ze dat maar doen, ‘to decrease the surplus population’. Dickens wilde eerst een pamflet
schrijven om de wantoestanden rond kinderarbeid aan de kaak te stellen. Hij bedacht zich echter en beloofde zijn opdrachtgever dat hij met een verhaal zou
komen dat hijzelf als een ‘sledge hammer’ bestempelde, met een kracht die twintigduizend keer zo sterk zou zijn als zijn beloofde pamflet. Malthus was toen
al jaren van het strijdtoneel verdwenen, maar het geeft aan hoe langdurig en intens de aversie tegen zijn ideeën was.
Hoewel Malthus beweerde dat hij nooit een minuut wakker had gelegen om al die kritiek en verwensingen, moet het toch aan hem hebben gevreten. Anders kan ik
de omslag in zijn methodologie niet begrijpen. In zijn eerste essay was hij nog de onbevangen jonge econoom die, grotendeels vanuit zijn leunstoel,
unverfroren maar ook met humor en elegantie, zijn boodschap op papier zette. Wie de moeite neemt om de originele tekst te lezen zal zich verbazen over de
leesbaarheid. De publicatie van het Essay was een schok in de wereld van de Verlichting omdat hier een (anonieme) auteur aan het woord was die met
de wapens van de Verlichting zelf – wiskunde en empirie – een verhaal vertelde dat niet voortdurende vooruitgang beloofde maar een maatschappij ‘condemned
to a perpetual oscillation between happiness and misery’. Hoewel er her en der in zijn essay wegen zijn te bespeuren waarlangs vooruitgang valt te boeken,
moet deze eerste druk vooral worden gezien als een harde boodschap, met name richting de utopische denkers, maar ook in de richting van de politici die
zich zorgen maakten over een krimpende bevolking, en bevolkingsgroei juist associeerden met kracht en succes. Malthus had veel meer oog voor de armoede om
zich heen dan zijn tegenspelers. Ongetwijfeld omdat hij als predikant in Surrey de dagelijkse praktijk van zijn gemeente meemaakte en de armoede ook
terugzag in de doop- en begrafenisregisters van zijn kerk.
Van blijvende waarde
De spanning tussen de beperkte draagkracht van de aarde en de bevolking werd destijds in termen van voedselvoorziening gezien. Die spanning is niet meer zo
prangend als toen. Zij tekent zich heden ten dage veeleer op een ander terrein af, namelijk dat van de uitputbare hulpbronnen en het klimaat. Tal van
auteurs hebben in de laatste vijftig jaar de wereld gewaarschuwd. In de jaren zeventig werd onder aanvoering van ecologen als Paul Ehrlich en biologen als
Garrett Hardin de overbevolking van de wereld stevig op de kaart gezet. De Club van Rome maakte eveneens duidelijk dat er grenzen aan de groei waren en
hier in Nederland kwam in 1976 de Staatscommissie Muntendam met de aanbeveling ‘zo spoedig mogelijke beëindiging van de natuurlijke bevolkingsgroei’. Er
zou zich een bevolkingsexplosie op wereldschaal voordoen die in alle landen voelbaar zou worden. An Inconvenient Truth van Al Gore over de
opwarming van de aarde is de laatste waarschuwing in de rij en tevens een knipoog naar de meester, omdat Malthus ook met een ongemakkelijke waarheid kwam.
Toch valt de relevantie van Malthus veel breder te trekken dan menig econoom denkt, omdat hij ook nadacht over het botsende belang van de vrijheid om te
migreren en sociale zekerheid. De migranten uit ontwikkelingslanden en de asielzoekers die Europa binnenstromen, zouden door Malthus geïnterpreteerd zijn
als de armen die in zijn tijd op lokale welvaartsstaten afkwamen. Het is de econoom in Malthus die herkent dat dit een duivels dilemma is. In het Engeland
van zijn tijd werd de mobiliteit van armen beperkt. Nieuwkomers in een gemeenschap moesten maar aantonen dat ze zichzelf konden onderhouden en geen last
voor de gemeenschap zouden vormen. Parochies konden zwervers uitzetten en hoefden ze geen hulp te bieden. Formeel moesten de werkhuizen zwervers onderdak
verschaffen, maar in de praktijk konden zij ze gewoon buiten de poort houden. Voor klassieke economen als Adam Smith en Malthus waren dit soort beperkingen
een gruwel en een inbreuk op de ‘natuurlijke vrijheid en rechtvaardigheid’. Malthus was dan ook voor vrije migratie binnen Engeland, maar dan wel onder de
harde conditie dat alleen de werkhuizen zouden overblijven als armensteun. Het dilemma waar een gulle overheid voor staat is dat de helpende hand die wordt
uitgestoken alleen nog maar een grotere toestroom van armen oproept, en dan is de verdeeldheid onder de leden die de hulp moeten opbrengen zoek. En dat is
ook precies het dilemma waar Europa voor staat. Typische immigratielanden als de Verenigde Staten of Australië hebben het al op malthusiaanse wijze opgelost. In de vs
wordt bescherming geboden aan wie werk heeft en is sociale zekerheid beperkt. De eigen verantwoordelijkheid komt eerst. De Europese sociale zekerheid is
royaler dan de Amerikaanse versie. In de malthusiaanse gedachte is het omarmen van immigrantenstromen dan ook alleen mogelijk door de welvaartsstaat zoals
we die hier kennen af te schaffen. Het is een dilemma waar Milton Friedman en de migratie-econoom George Borjas ook op wezen: een uitgebreide
welvaartsstaat en vrije migratie zullen botsen. De oplossing van Malthus voor al die asielzoekers die Europa opzoeken zou dan ook zijn om migratie de vrije
loop te laten, maar wel met het uitdrukkelijke advies om op de Europese arbeidsmarkt alle vormen van bescherming af te schaffen.
Herwaardering
Vreemd genoeg heeft Malthus in de loop van de twintigste eeuw meer weerklank gevonden bij niet-economen dan bij de ‘hardcore’ economen, terwijl hij toch
echt de eerste officiële econoom was die een poging deed om het probleem van de armoede te analyseren. Een ahistorische houding van economen zou hiervoor
de eenvoudigste verklaring kunnen zijn. Maar ik denk eerder dat Malthus’ brede oriëntatie eraan heeft bijgedragen dat juist buitenstaanders zijn werk zijn
gaan gebruiken. Biologen, geografen, historici, milieudeskundigen en demografen zijn met zijn werk op de loop gegaan. Malthus raakte en raakt nog steeds
een snaar bij deze wetenschappers. Darwin noemde het werk van Malthus zelfs expliciet als inspiratiebron voor zijn evolutietheorie. En in 2009 werd Malthus
door de wereldorganisatie van bevolkingsexperts uitverkozen tot een van de invloedrijkste wetenschappers, die de demografie groot heeft gemaakt (Van Dalen en Henkens,2012). Onder
economen wordt hij echter nauwelijks genoemd en domineren de namen van Adam Smith en David Ricardo, een hechte vriend van Malthus. Economen vinden de
inzichten van Malthus op z’n hoogst relevant voor primitieve maatschappijen. Alleen John Maynard Keynes kon veel waardering opbrengen voor Malthus, vooral
omdat hij als eerste oog had voor de vraagkant van de economie. ‘What a much wiser en richer place the world would be today’ als economen de empirische
inslag van Malthus hadden gevolgd en niet de theoretische verhandelingen van Ricardo. Malthus nam mensen zoals ze zijn en niet zoals ze behoren te zijn. En
die empirische inslag zien we vooral ook terug in de latere herzieningen en uitbreidingen van zijn werk, hoewel hij wel de harde boodschap blijft
benadrukken. Maar nu wordt de lezer overgoten met cijfers en nuanceringen. De econoom Malthus verandert langzaam in een demograaf, socioloog en
antropoloog, maar ook in een beleidsman, want er is nu een ontspanningsroute, een happy end voor de armen. Hun kwaliteit van leven kan worden verbeterd als
zij zich terughoudend opstellen en op latere leeftijd trouwen en kinderen krijgen. Niet voor niets stelt John Stuart Mill in 1844 dat ‘het weliswaar als
een paradox kan worden opgevat, maar het is historisch gezien juist dat vanaf dat moment [het verschijnen van Malthus’ Essay] de economische
positie van de werkende klasse door denkers werd gezien als vatbaar voor structurele verbetering’. En dat was een gigantische stap voorwaarts. Tegenwoordig
krijg je voor zo’n bijdrage een Nobelprijs. In plaats daarvan is Malthus de meest beschimpte econoom aller tijden geworden. Dat is de prijs van het brengen
van een harde boodschap over publieke zaken die ons allemaal aangaan.
* Dit artikel verscheen eerder in het nulnummer van het nieuwe tijdschrift van Amsterdam University Press: De Nederlandse Boekengids (opvolger van de Academische Boekengids). Zie voor meer informatie over de Nederlandse Boekengids: www.nederlandseboekengids.nl
Referenties:
Dalen, H.P. van, en K. Henkens, 2012, What is on a Demographer´s Mind? A World-Wide Survey, Demographic Research, 26: 363-408.
Bonar, J., 1881, Malthus and His Work (MacMillan, heruitgegeven door Routledge als e-book in 2014.
James, P, 1979, Population Malthus. His Life and Times, Routledge. Londen.