Back

Artikel

Home

Ik vertrek, maar waarom? De emigratie van Nederlanders

30 okt 2008
Onderwerpen: Globalisering, Migratie en integratie, Publieke sector
Voor het eerst sinds de jaren vijftig kent Nederland een langdurige emigratiegolf. De grote vraag blijft: waarom vertrekken zoveel Nederlanders? Op basis van een onderzoek onder de Nederlandse bevolking en een groep potentiële emigranten blijkt dat de Nederlander die vertrekt vooral op zoek is naar het goede leven: rust, ruimte, natuur en vriendelijke mensen. Eén op vier Nederlanders die in 2005 emigratieplannen had is twee jaar later vertrokken.

Emigratiegolf

Voor het eerst sinds het einde van de jaren vijftig heeft Nederland weer te maken met een emigratiegolf. Voor het vierde jaar op rij is in 2007 de emigratie uit Nederland hoger dan de immigratie (zie figuur 1). In 2008 ligt de immigratie weer hoger dan de emigratie, maar feit blijft dat het emigratieniveau nog steeds buitengewoon hoog is en de interesse voor emigratie aanhoudt. In 2007 verlieten 123.200 mensen Nederland. Het aantal Nederlanders dat zich in 2005 in het buitenland bevond bedroeg volgens de Wereldbank 812.475, met andere woorden vijf procent van de Nederlandse bevolking bevindt zich niet binnen de eigen landsgrenzen.

Vooral kranten en tijdschriften hebben het toenemende aantal emigranten aangegrepen om artikelen met een alarmerende toon te publiceren. Deze berichtgevingen suggereren dat de verslechterde economie en de verloedering van de samenleving de aanleiding zouden zijn, maar deze berichten gaan gebukt onder selectieve waarneming. Om de emigratie nog een extra zet te geven zijn er tal van emigratieprogramma’s op tv, die laten zien hoe Nederlanders worstelen met het vinden van hun weg in hun nieuwe vaderland. Vaak ziet men redelijk hoogopgeleide mensen die het roer omgooien en een ‘bed & breakfast’ beginnen in Spanje of met pijn en moeite een camping in Tsjechië of Frankrijk exploiteren. Om de praktijk te toetsen aan dit soort selectieve beelden wordt hier de huidige emigratie onder de loep genomen en wordt ingegaan op de vragen hoe de omvang van de emigratie de afgelopen decennia is veranderd. Wie emigreert, wat zijn de meest populaire bestemmingen en vooral waarom emigreert men?

Figuur 1: Immigratie- en emigratiestromen (inclusief saldo administratieve correctiesa, per 1000 ingezetenen), 1947-2007

Figuur 1: Immigratie- en emigratiestromen
Bron: CBS Statline.

(a) Emigratie zoals geregistreerd door het CBS is gedefinieerd als het vertrek van personen naar het buitenland plus de administratief afgevoerde personen minus de administratief opgenomen personen.

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden is gebruik gemaakt van twee databronnen die elkaar aanvullen. Op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt de recente emigratie naar bestemmingslanden beschreven en de sociaaldemografische kenmerken van de emigranten vergeleken met die van de bevolking als geheel. Een onderzoek dat in 2005 is uitgevoerd door het NIDI beschrijft de emigratie-intenties van Nederlanders. In 2007 is in samenwerking met het CBS nagegaan wat er van de emigratieplannen is terecht gekomen.

Wie emigreert en waar gaat men heen?

Een analyse van de officiële CBS emigratiecijfers van autochtonen over de periode 1999-2006 laat zien dat mannen een ruim twee keer zo grote kans hebben om te emigreren. Het zijn vooral jongeren beneden de dertig jaar en alleenstaanden die de emigratiestap wagen. Daarnaast moet ook de rol van het inkomen niet uitgevlakt worden: Nederlanders in de bovenste inkomensklassen zijn relatief vaker geëmigreerd dan de middeninkomensklassen.

De Nederlandse emigrant is hoofdzakelijk georiënteerd op Europa: 69 procent van emigranten kiest een Europese bestemming. Het zal niemand verbazen dat België en Duitsland de meest populaire bestemmingen zijn. Volgens onderzoek van het CBS gaat het daarbij echter in veel gevallen om grensmigratie, waarbij mensen weliswaar over de grens wonen, maar in veel gevallen hun werkzame of sociale leven in Nederland voortzetten. Redenen om over de grens te gaan wonen zijn onder meer een gunstiger belastingklimaat en lagere huizenprijzen (Harmsen, 2005). Hoewel deze Nederlanders officieel als emigranten te boek staan onderscheiden zij zich nauwelijks van binnenlandse migranten die van de ene naar de andere provincie verhuizen. Als België en Duitsland worden weggelaten is Europa nog steeds goed voor 31 procent van de emigratie. Buiten Europa vormen de traditionele emigratielanden als de VS en Australië nog altijd een aantrekkelijke bestemming voor 15 procent van de emigranten. In tabel 1 zijn voor de twintig meest populaire bestemmingslanden van autochtone Nederlanders enkele demografische karakteristieken weergegeven.

Tabel 1. Waar gaan (autochtone) Nederlandse emigranten naartoe? Top-20 bestemmingslanden, 1999-2006


(a) Dit is berekend voor de groep exclusief kinderen. Voor de groep als geheel bedraagt de terugkeerkans binnen twee jaar 20,5 %.

Populaire bestemmingslanden zijn de traditionele emigratielanden VS, Canada, Australië, Nieuw Zeeland en Zuid-Afrika, maar ook landen binnen Europa waar nog ruimte is om rustig en ruim te wonen. Kijken we naar karakteristieken van emigranten uitgesplitst naar bestemmingsland dan vallen een aantal zaken op. Zo trekken landen als Frankrijk, Spanje, Portugal en Thailand een bovengemiddeld ouder publiek aan. Een bijzondere casus betreft Thailand, dat veel alleenstaande oudere mannen aantrekt. Uit recent Australisch onderzoek is gebleken dat westerse pensionado’s de Thaise levensstijl, cultuur en de lage kosten van levensonderhoud waarderen. Daarnaast wordt door emigranten als vertrekmotief ook vaak de beschikbaarheid van aantrekkelijke sexuele partners genoemd (Howard, 2008).

Van emigratieplan naar actie

De hausse in emigratie van de laatste jaren doet niet alleen de vraag rijzen wie Nederland verlaat, maar vooral waarom? Om hier meer zicht op te krijgen zette het NIDI in 2005 een onderzoek op onder een representatieve groep van Nederlanders en een groep van potentiële emigranten. In samenwerking met het CBS is nu vastgesteld of de respondenten van dit onderzoek de jaren erna daadwerkelijk zijn geëmigreerd. In 2005 bleek dat drie procent van de Nederlandse bevolking van plan was om in de nabije toekomst te emigreren (van Dalen en Henkens, 2007). Deze intenties blijken een grote voorspellende waarde te hebben. Een op de vier Nederlanders die in 2005 emigratieplannen had is twee jaar later ook daadwerkelijk geëmigreerd (Van Dalen en Henkens, 2008). Dat de meeste potentiële emigranten na twee jaar nog niet waren geëmigreerd wil niet zeggen dat emigratie van de baan was. Reacties van mensen die nog niet zijn geëmigreerd doen vermoeden dat emigratie vaak een zaak is van de lange adem. De gemiddelde potentiële emigrant loopt ruim zes jaar rond met emigratieplannen.

Waarom gaan mensen weg?

Bij de bestudering van de vraag waarom mensen kiezen voor emigratie is gekeken naar het belang van verschillende factoren. Allereerst zijn er individuele kenmerken. Hierbij gaat het om demografische kenmerken als leeftijd en geslacht, en om kenmerken die betrekking hebben op het menselijk kapitaal, sociale netwerken, en persoonlijkheidskenmerken zoals doorzettingsvermogen en een voorliefde voor avontuur.

Daarnaast wordt nagegaan of de beschikbaarheid en kwaliteit van het publieke domein van invloed is op emigratiebeslissingen. Het publieke domein betreft publieke goederen en diensten waarbij het individu afhankelijk is van anderen in de samenleving en welke alleen door solidariteit en betrokkenheid tot stand kunnen komen. De volgende elementen van het publieke domein worden onderscheiden: (1) de Nederlandse welvaartsstaat en de instituties die deze welvaartsstaat in stand houden, (2) de kwaliteit van de publieke ruimte in Nederland (stilte, ruimte en natuur); (3) de beoordeling van sociale maatschappelijke problemen als criminaliteit, de multiculturele samenleving en milieuvervuiling.

De resultaten van de uitgevoerde analyses tonen aan dat zowel het private als het publieke domein relevant zijn om de motieven van de emigranten beter te kunnen begrijpen. Naast leeftijd en geslacht zijn sociale netwerken en de persoonlijkheid van de emigrant van belang. Een sociaal netwerk in het bestemmingsland kan een belangrijke bron van informatie zijn en de emigrant daadwerkelijk helpen. Nadere analyse leert overigens dat toch nog 42 procent van de mensen met emigratieplannen geen enkel persoonlijke relatie heeft in het gewenste land van bestemming. Ook persoonlijkheidskenmerken zijn belangrijk om emigratie te kunnen verklaren. Mensen met avonturiersbloed en doorzettingsvermogen hebben in hogere mate emigratie-intenties dan mensen die deze karaktertrekken ontberen.

Figuur 2: Beoordeling van de kwaliteit van het publieke en private domein van Nederland – emigranten versus thuisblijvers (percentage (zeer) negatief oordeel)

In het publieke domein geldt dat hoe negatiever het oordeel over de staat van Nederland, des te groter de kans op emigratie (figuur 2). Op bijna alle fronten zijn de emigranten negatiever over Nederland dan de thuisblijvers. De enige uitzondering vormt het inkomen dat men in Nederland verdient. De grootste verschillen tussen thuisblijvers en emigranten tekenen zich af op het terrein van de kwaliteit van de publieke ruimte: bevolkingsdichtheid en de beschikbaarheid van natuur en ruimte.

Het is natuurlijk de vraag of en in welke mate deze aspecten werkelijk en het bestemmingsland worden aangetroffen. Hoe het oordeel uiteindelijk is over de leefsituatie in het bestemmingsland is niet bekend omdat de emigranten alleen vóór hun emigratie zijn ondervraagd. Wel blijkt uit het onderzoek dat een substantieel deel van de emigranten verwachtte dat ze er financieel op achteruit zouden gaan. Eén op de drie verwachtte minder pensioenvoorzieningen en een lagere kwaliteit van de sociale zekerheid in het bestemmingsland. Ook over de eigen inkomenssituatie was lang niet iedereen optimistisch. Slechts 17 procent verwachtte een hoger en 29 procent een lager inkomen. Ten slotte verwachten emigranten dat het in het bestemmingsland een stuk beter zal zijn wat betreft milieuvervuiling, criminaliteit, de mentaliteit van inwoners en multiculturele spanningen.

Wat leren we van dit 'exitgesprek' met de Nederlandse emigrant?

Allereerst wordt duidelijk dat Nederlanders ontevreden zijn over de kwaliteit van het publieke domein. Natuur, stilte en ruimte zijn belangrijke elementen in het dagelijkse leven; zo belangrijk dat dit voor veel mensen een belangrijke stimulus is om te emigreren. Als men de zoektocht van emigranten zou moeten samenvattten, dan komt dit toch vooral neer op een zoektocht naar het goede leven.

Ten tweede wordt emigratie uit Nederland niet in hoge mate gedreven door loon- of inkomensverschillen – hetgeen de meest basale migratietheorie zou voorspellen - maar zijn het vooral verschillen in de kwaliteit van het publieke domein die aanzetten tot migratie.

Ten slotte, is het veelzeggend dat Nederlanders hun ontevredenheid over het publieke domein niet alleen via het hun (politieke) stemgedrag uiten maar ook via het ‘stemmen met de voeten’ (Hirschman, 1970). Dit is een belangrijk inzicht omdat concurrentie in de kwaliteit van het publieke goederen niet voorbehouden is aan lokale overheden, maar nu ook aan nationale overheden. En daarmee is de recente emigratiestroom uit Nederland wellicht een sprekend teken dat we in het tijdperk van de globalisering leven.

* Een engelstalige versie van dit artikel is tevens verschenen onder de titel 'Exit, voice and loyalty in the Netherlands' op de site Vox, 6 oktober 2008.

Referenties

Dalen, H.P. van, en K. Henkens (2007), Longing for the good life: Understanding emigration from a high-income country, Population and Development Review, 33, pp. 37-65.

Dalen, H.P. van, en K. Henkens (2008), Weg uit Nederland – Emigratie aan het begin van de 21e eeuw, KNAW Press, Amsterdam.

Harmsen, C. (2006), Emigratie van autochtonen naar België, Bevolkingstrends, 2006/2, pp. 41-44.

Hirschman, A.O., 1970, Exit, Voice and Loyalty – Responses to Decline in Firms, Organizations and States, Harvard University Press, Cambridge, MA.

Howard, R.W. (2008), Western retirees in Thailand: motives, experiences, wellbeing, assimilation and future needs, Ageing & Society, 28, pp. 145-163.

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik