Back

Artikel

Home

Weg met de gemakzuchtige lijstjes van leiders

27 dec 2014
Onderwerpen: Management en organisatie

Bestuurders lijken soms bezeten van ranglijstjes. Iedereen weet dat ze niets verklaren en ook niet veel toevoegen aan kennis over excellentie, maar toch worden ze voor zoete koek geslikt. De Groningse economen Garretsen en Stoker vinden dat daar maar eens mee afgerekend moet worden. Management- en leiderschapskwaliteiten zijn sleutelfactoren in succes van bedrijven en economieën. Het is echter beter om verdieping op dit terrein te zoeken dan te zoeken naar de zogenaamde beste leider of manager.

Lijstjes, lijstjes

Er is in de laatste dagen van dit jaar bijna geen ontkomen aan de onvermijdelijke ranglijsten met de invloedrijkste bestuurders, de productiefste bedrijven, de snelst groeiende sectoren of de meest welvarende economieën. Op de verschillende niveaus van micro naar macro, dus van de scores voor individuele managers via (top)sectoren tot die voor landen als geheel, suggereren al die lijstjes dat een hogere plek gelijk staat aan betere prestaties. Dit leidt er toe dat deze hitparades soms wel erg letterlijk worden genomen. 

Zo benadrukte premier Rutte twee jaar geleden in de verkiezingscampagne tot vervelens toe dat de Nederlandse economie er toch echt goed voor stond omdat ‘we’ wereldwijd op nummer 5 stonden qua concurrentievermogen. Het probleem met een dergelijk statement en met veel van dit soort rankings is dat er niets wordt verklaard. Is Nederland bijvoorbeeld concurrerend omdat het overheidsbeleid en onze instituties de productiviteit van bedrijven aanwakkeren of zijn de leidinggevenden van de in Nederland gevestigde bedrijven gewoon bovengemiddeld productief los van het beleid en onze wet- en regelgeving? 

Bovendien blijken al die lijstjes vaak momentopnames te zijn, de sterren van vandaag zijn niet zelden een paar jaar later bijkans geheel uit beeld of zelfs ontspoord – wie herinnert zich niet de ‘managers van het jaar’ Scheringa en Rijkman Groenink? Dit geldt zeker als het om individuele managers of bedrijven gaat, maar ook landen die als lichtend voorbeeld worden gezien kunnen opeens weer volledig uit de gratie zijn, denk maar aan het Finse Nokia “succes”.

Een derde gebrek van de lijstjesmode is dat vaak niet duidelijk is hoe en wat er precies wordt gemeten en, daaraan gekoppeld, waarom een hogere plek op de lijst per se beter zou zijn. Als de Nederlandse economie licht maar nauwelijks groeit en de “concurrerende” economieën groeien in het geheel niet, zijn we dan beter af dan als onze economische groei 2 à 3 procent zou zijn maar de buitenwereld nog harder groeit? Op de rangorde van de groeilijstjes wel, maar in economische zin uiteraard niet. 

Zoeken naar samenhang

Het fundamentele manco van de bestuurlijke en economische lijstjeswaanzin is echter dat een samenhangende analyse van de verschillende micro- en macro-elementen geheel en al ontbreekt. In de wetenschap beginnen we er achter te komen dat het verbinden van deze niveaus cruciaal is en de eerste veelbelovende studies zijn inmiddels uitgevoerd. Door zowel het macro- (landen), meso- (sectoren) én het micro-niveau (managementkwaliteit) tegelijk in beschouwing te nemen, laten economen zien dat onafhankelijk van land of sector het overgrote deel van het productiviteitsverschil tussen bedrijven wereldwijd systematisch door verschillen in de kwaliteit van het bedrijfsmanagement wordt verklaard. 

Belang managementkwaliteiten

Beter presteren op alle niveaus wordt daarmee vooral dus een zoektocht naar beter management of leiderschap. En dat roept meteen de hamvraag naar de determinanten van effectief leiderschap op. Hier biedt nieuw onderzoek uit de hoek van psychologen uitkomst, dat nauwkeurig aangeeft welke mix van individuele leiderschapsstijlen en bedrijfsspecifieke (vak)kennis effectief leiderschap verklaart. Gecombineerd informeert dit economische en organisatiepsychologische onderzoek direct de beleids- en managementpraktijk en biedt het voorzichtig - anders dan die talloze populaire hitlijstjes - een daadwerkelijk antwoord op de vraag wie waarom leidend is en beter presteert. Meer van dit soort onderzoek en minder gemakzuchtige lijstjes zou derhalve een goed voornemen voor 2015 zijn.

Referenties:

Antonakis, J., en R. House, (2014), "Instrumental Leadership: Measurement and Extension of Transformational-Transactional Leadership Theory", The Leadership Quarterly, 25(4), 746-771.

Bloom, N., R. Lamos, R. Sadun, D, Scur en J. Van Reenen (2014). "The New Empirical Economics of Management", CEP Occasional Paper, 41, Centre for Economic Performance, London.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik