Back

Artikel

Home

Weerstand bieden aan vijandige overnames is goed mogelijk

9 jun 2017
Onderwerpen: Marktwerking
Nederlandse beursgenoteerde bedrijven maken zich ongerust nu vijandige overnames vanuit het buitenland dreigen. Dick van Wensveen neemt de opties door die geopperd worden. De veel geopperde opties bieden slechts beperkte bescherming of gaan in tegen principes van een vrije kapitaalmarkt. Een vijandig bod uitgebracht in aandelen in plaats van geld lijkt het meest vruchtbare idee maar dat idee moet dan nog wel in de wet worden opgenomen.

Hoe om te gaan met vijandige overnames

Nu AkzoNobels belager PPG zich heeft teruggetrokken is de rust aan het front van ongewenste overnamepogingen teruggekeerd. Het is echter onzeker hoe lang deze rust zal duren. De vraag blijft immers onopgelost hoe vijandige overnamepogingen effectief weerstaan kunnen worden. Alle beschermingsmaatregelen die bij Nederlandse ondernemingen statutair voorzien zijn, zoals certificering en uitgifte van preferente aandelen, bieden bescherming die in de tijd beperkt is. Hetzelfde geldt voor het recente voorstel om de wettelijke bezinningsperiode van een half jaar te verlengen tot een vol jaar. Ook het voorstel een gesprek over een ongevraagd bod onder auspiciën van de AFM verplicht te stellen houdt na het mislukken van zo’n gesprek een vijandig bod niet tegen.

Wettelijk verbod

Een wettelijk verbod van vijandige overnames komt niet in aanmerking. Zo’n verbod zou lijnrecht in strijd zijn met de vrijheid van kapitaalverkeer waartoe Nederland zich krachtens het Bretton Woods verdrag en het EU-verdrag verbonden heeft. Beide verdragen verhinderen echter niet dat aan een vijandig bod beperkingen worden opgelegd die de nadelen daarvan ondervangen en het uitbrengen van zo’n bod in de praktijk zullen beperken.

Betalen in aandelen?

Duffhues (Financieel Dagblad, 28 april 2017) heeft onlangs voorgesteld wettelijk vast te leggen dat een vijandig bod op een onderneming alleen in aandelen van de overnemende partij mag worden uitgebracht, dus niet in contanten. Hij wil na de overname de aandeelhouders van de overgenomen onderneming betrokken houden bij de nieuwe, gezamenlijke onderneming via een blokkaderegeling van bijvoorbeeld drie jaar om daarmede de gelegenheid te scheppen dat een wederzijdse vertrouwensband wordt opgebouwd. Dit is een nuttige suggestie, vooral om een reden die Duffhues niet noemt.

Alle beschermingsmaatregelen die bij Nederlandse ondernemingen statutair voorzien zijn bieden bescherming die in de tijd beperkt is.

In de praktijk zal namelijk blijken dat indien vijandige overnames alleen in aandelen zijn toegestaan zij veel minder zullen voorkomen. De verplichting uitsluitend in aandelen te betalen vergt in de meeste gevallen een zeer omvangrijke emissie van nieuwe aandelen door de overnemende onderneming. De aandeelhouders daarvan zullen ongetwijfeld grote bezwaren hebben tegen deze constructie vanwege de kapitaalverwatering die daar het gevolg van is, temeer omdat altijd een flinke premie geboden moet worden. De aandeelhouders van de ‘overvaller’ vrezen dat de winst per aandeel onder druk komt te staan allereerst vanwege de overnamepremie maar ook omdat de winstbijdrage van een tegen haar wil overgenomen onderneming extra onzeker is. Bovendien zal een door een vreemd bestuur opgelegde fusie extra kosten met zich mee brengen. Zij zullen een overname uitsluitend in aandelen dus niet gauw goedkeuren.

Ook de aandeelhouders van het doelwit zullen een bod uitsluitend in aandelen niet toejuichen. Zij ontvangen weliswaar een premie maar deze luidt slechts in papier; zij ontvangen geen harde cash en zij ruilen hun eigen papier in tegen papier dat ze niet kennen en dat een onzekere toekomst tegemoet gaat. Bovendien is dat papier tijdens een blokkadeperiode niet liquide. Zij zullen dus minder gretig op een overnamebod ingaan.

Private equity

Als een private equity maatschappij een vijandig bod uitbrengt zullen de reacties aan beleggerszijde waarschijnlijk wat anders zijn. Private equity maatschappijen zullen minder moeite hebben een aandelenemissie vereist voor een overname te plaatsen omdat hun aandeelhouders grote institutionele beleggers zijn die gewend zijn aan een hogere risicograad van een deel van hun portefeuille. Zij schrikken niet van grote emissies. De aandeelhouders van de over te nemen partij, zeker de particuliere, zullen echter nog negatiever reageren. Zij worden opgescheept met aandelen in een private equity maatschappij die waarschijnlijk helemaal niet thuis horen in hun beleggingsportefeuille. Niet onbelangrijk nevenvoordeel is ook dat een bod uitsluitend in aandelen een greep in de kas van het doelwit, ter consolidatie van de financiering van het contante deel van een bod, overbodig maakt.

Wetswijziging geboden

Al met al mag verwacht worden dat een restrictie dat een vijandig bod alleen in aandelen mag worden uitgebracht de kans op een vijandig bod aanzienlijk zal verminderen. Zo’n restrictie is niet in strijd met de vrijheid van kapitaalverkeer maar opname in het Nederlandse vennootschapsrecht is wel een vereiste.

* Dit artikel is een uitgewerkte versie van een publicatie in het Financieel Dagblad van 22 mei 2017

Naschrift Piet Duffhues:

Veel dank aan Van Wensveen die mijn voorstel ondersteunt om te komen tot een gewijzigde betaalmethode voor doelwit-aandeelhouders ingeval van buitenlandse overnames. Door mij was al aangegeven dat sommige beleggers dat voorstel wellicht niet zullen toejuichen en zouden kunnen afhaken. Het voorstel werkt zoals ook door mij is aangegeven inderdaad uit als een beschermingsconstructie maar het is niet vanuit die doelstelling bedacht. Het vertrekpunt in mijn artikel was een poging om het Rijnland model van corporate governance dat voortkomt uit een politieke keuze in het verleden maar dat we nu eenmaal hebben beter in te vullen dan tot heden het geval is met ruime cash betalingen aan beleggers bij overnames. Vanuit die optiek dienen lange termijn beleggers samen met de andere stakeholders die in tegenstelling tot de aandeelhouders niet over de luxe beschikken om er als groep (wel individueel) uit te stappen mee op te trekken door in elk geval nog enige jaren te beleggen in de overnemende partij. Van Wensveen lijkt in zijn gewaardeerde bijdrage echter de komst van een beschermingsconstructie als het belangrijkste kenmerk van mijn voorstel toe te juichen. Dat is een ander vertrekpunt. Bij mij staat dat niet voorop. Graag verwijs ik naar mijn artikel in het MAB van mei/juni 2017, inmiddels ook opgenomen op Me Judice.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik