Back

Artikel

Home

Waarom we beter naar economen (hadden) moeten luisteren

23 okt 2008
Onderwerpen: Economisch denken, Financiële markten
Economie wordt door buitenstaanders als een ‘dismal science’ gezien en de bron van de huidige crisis zou te vinden zijn in het gedachtengoed van economen. Het zijn echter de economen waar men naar had moet luisteren, omdat zij er al vroeg op gewezen hebben waar het fout kon gaan in het financiële systeem: aandelen zijn ook op lange termijn niet veilig en hypotheekhypes en paniek zijn ook mogelijk zonder graaicultuur. We hebben echter een crisis nodig om het onwelgevallige nieuws van economen onder ogen te kunnen zien.

Spaarders die hun geld van de bank halen. Beleggers die hun aandelen dumpen. Media en een enkele hoogleraar psychologie die dit gedrag duiden als blinde paniek en massapsychose. Overheden die de depositogarantie met terugwerkende kracht uitbreiden. Burgers die daar boos om zijn, omdat dit zou betekenen dat de grote jongens gered worden op kosten van de belastingbetalers. Complexe producten, financiële innovaties en bonusgraaiers die de schuld krijgen van alles wat er mis is gegaan. Wetenschappers en columnisten die verkondigen dat de huidige crisis het echec van het kapitalisme aantoont en/of het einde van het neoliberalisme inluidt. “Allemaal ’t zelfde liedje, ’t is de schuld van ’t kapitaal”. En, last but not least, de economen die het allemaal niet door hadden en de die door jan en alleman als kwade genius worden aangewezen: Economie als ‘dismal science”: er is niets nieuws onder de zon. Ruim honderdvijftig jaar geleden beschreef Thomas Carlyle de economische wetenschap als volgt:

"Not a 'gay science,' I should say, like some we have heard of; no, a dreary, desolate and, indeed, quite abject and distressing one; what we might call, by way of eminence, the dismal science"

Carlyle maakte zich druk over economen die de arbeidsmarkt wilden laten regeren door de vrije wetten van vraag en aanbod. Hij bepleitte herinvoering van de slavernij omdat de afschaffing ervan alleen maar had geleid tot moreel en economisch verval van de voormalige slaven.

Terug naar het heden. Anders dan de populaire, of moet ik schrijven populistische, opinie ons wil laten geloven, hadden we de afgelopen decennia niet minder, maar meer naar economen moeten luisteren. Ook, of liever gezegd vooral, als die kwamen met informatie die ons minder goed beviel. Drie voorbeelden.

Aandelen ook op lange termijn niet veilig

In 1997 betoogde Paul Samuelson, de eerste Amerikaanse Nobelprijswinnaar voor de economie, dat aandelen helemaal niet veilig zijn op de lange termijn. Ja, de kans dat aandelen een hoger rendement opleveren dan vastrentende titels zoals staatsobligaties neemt toe met de horizon. Tot zover klopt de populaire visie. Maar de aandelenschade die optreedt als het mis gaat neemt toe met de horizon. De redenering werd verder onderbouwd door pensioeneconoom Zvi Bodie, die liet zien dat de waarde van een verzekering die uitbetaalt als aandelen minder presteren dan obligaties niet daalt, maar stijgt met de horizon. Dat wil niet zeggen dat niemand in aandelen moet beleggen, wel dat niemand moet denken dat dat veilig is. Een jaar geleden nog gebruikten Bodie en ondergetekende dit om te betogen dat de toekomst van ons pensioensysteem te vinden is in producten die werknemers een toekomstige levensstandaard –huisje, boompje, beestje - garanderen. En dat het juist de complexe financiële technologie is die dit soort pensioenproducten kan maken.

Hypotheekhypes en paniek ook zonder graaicultuur

Er is helemaal geen bonus- en graaicultuur nodig om zeepbellen op onroerend goedmarkten te laten ontstaan. Ook dat inzicht hebben we aan economen te danken. Stel bank A heeft precies door hoe de economie werkt en waar de risico’s zitten, en weet ook dat de huizenmarkt kan instorten. Bank B lijdt, net als wij allemaal, aan rampbijziendheid: is een ramp lang geleden, dan kan hij zich nauwelijks voorstellen dat het nog eens gebeurt. Bank A geeft u een hypothecair krediet van 300.000 euro, 5 % rente, bank B is door zijn optimisme guller en biedt 400.000, 4%. Waar sluit u een hypotheek af? Welke bank raakt zijn klanten kwijt en verdwijnt van de markt? Bank A heeft gelijk, maar kan het niet navertellen, tenzij hij zijn voorwaarden versoepelt. Kortom, concurrentie leidt er niet altijd toe dat de slechte spelers verdwijnen, soms is het tegendeel waar. Overigens wordt wel eens vergeten dat de hypotheek een financiële innovatie is die nog geen driekwart eeuw in de markt staat. Voor die tijd kon alleen wie het geld zo op tafel kon leggen een eigen huis kopen. Financieel-technologische vooruitgang is dan ook heel wat meer dan een speeltje voor snelle rijken.

Self fullfilling prophecy

Driekwart eeuw geleden liet socioloog Robert K. Merton zien dat er geen massapsychose voor nodig is om een zieke bank te laten omvallen. Stel er is een gerucht in de markt dat een bank in problemen is. Stel een spaarder weet dat het gerucht niet klopt. Maar hij weet ook dat als er spaarders zijn die het gerucht wel geloven, hij maar beter zelf zijn rekening kan plunderen. Een gezonde bank komt namelijk in liquiditeitsproblemen als er onverwacht veel mensen hun geld weghalen. Dat zit zo. Om aan de vraag naar geld te voldoen moet de bank en masse bezittingen verkopen. Dat grote aanbod doet de prijs ervan dalen, en daarmee de waarde van de bezittingen van de bank. Van lieverlee wordt de gezonde bank ziek en valt om, en wie zo 'verstandig' was zijn geld te laten staan, is de klos. Hoezo blinde paniek, hoezo psychose? Merton bedacht voor dit fenomeen een term die iedereen kent en gebruikt, maar waarvan weinigen de oorsprong kennen: de self-fulfilling prophecy. Het gerucht dat de bank ziek is lokt gedrag uit dat de bank inderdaad ziek maakt. Het is een dodelijke combinatie van individueel rationeel, maar collectief irrationeel gedrag. Zouden individuen hun gedrag kunnen coördineren, samen afspreken de bank niet ziek te maken, dan was dat voor iedereen beter. Een run op een bank kan worden voorkomen door een goed ontworpen depositogarantiesysteem.

De overheid als boosdoener?

Gelukkig hebben we een coördinatiemechanisme van bovenaf: de overheid. Als die in actie komt betekent dat dus helemaal niet het echec van het kapitalisme of neoliberalisme, zoals sommigen hoogdravend verkondigen. Ook betekent het niet dat de grote rijke jongens worden gered op kosten van de eenvoudige belastingbetaler. Omdat wij van onderaf geen coördinatiemechanisme hebben om zo’n crisis te voorkomen of keren, hebben we iemand nodig die dat namens ons allen doet: de overheid. In een internationaal financieel systeem is supranationaal toezicht dan ook van groot belang. Maar, zoals econoom Angelien Kemna, het vroegere hoofd Beleggingen van ING, een paar jaar geleden op een symposium verkondigde: we hebben Europees toezicht nodig, maar er zal een financiële crisis voor nodig zijn om dat tot stand te laten komen.

De rol van de media

Kortom, er is de afgelopen decennia door heel wat economen, van hard core Nobelprijswinnaars tot gedragseconomen en mensen uit de financiële praktijk, gewezen op een aantal financiële mis(ver)standen. Waarom weet het grote publiek dat niet? Deels omdat het onwelgevallig nieuws was, en daar sluiten mensen graag de ogen voor. Dat weten de media natuurlijk ook, en die willen – denk aan Ben de Graaf en Oranje – liever niet schrijven wat helemaal niemand wil horen. Toen Rijkman Groenink als een ware Hannibal over de Alpen trok om Italië te veroveren werd hij dan ook de hemel in geprezen. Dat was de VOC-mentaliteit, dat was voorpaginanieuws. Toen hij in diezelfde periode in een hotel in New York de opdracht gaf een intern rapport te vernietigen – hij trok het nog net op tijd op advies van een jurist in – was dat voor de kranten niet meer waard dan een plekje op bladzijde zoveel. De gedragseconomie concludeert dan ook dat nieuws dat informatie die niemand welgevallig is, niet bij het publiek terechtkomt. Totdat er een gebeurtenis plaatsvindt die de behoefte aan juist deze informatie ineens explosief doet stijgen. Wat een geluk dat er economen zijn die het dan op de plank hebben liggen.

Dit is artikel is gebaseerd op Henriette Prast, De Crisis Regeert – waarom we beter naar economen (hadden) moeten luisteren, Uitgeverij Prometheus, december 2008.

Referenties:

Bodie, Z. en H.Prast, 2007, Pensioenen in de 21e eeuw: individuele defined benefit producten als wenkend perspectief, Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken.

Carlyle, Th., 1849 Occasional Discourse on the Negro Question, (ook als pamflet verschenen, en wel onder de titel Occasional Discourse on the Nigger Question).

Guttentag, J.M. en R.J. Herring, 1986, Disaster Myopia in International Banking, Princeton University Essays in International Finance, No. 164, September.

Samuelson, P.A., 1979, Dogma of the Day, Bloomberg Personal Finance Magazine.

Mullanaithan, S. en A. Shleifer, 2003, The Market for News, NBER Working paper, Cambridge MA.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik