Back

Artikel

Home

Vervang HFC door echt kennisinstituut voor financiële sector

7 feb 2013
Onderwerpen: Financiële markten
Zuidas (Amsterdam) Het Holland Financial Centre (HFC) is opgeheven, omdat het als een lobby voor het bankwezen wordt gezien. Volgens de Amsterdamse hoogleraar Frank den Butter moet het HFC vanuit een publiek-private samenwerking worden vervangen door een kennisinstituut dat zich richt op de vraag op welke manier de financiële sector in de Nederlandse transactie-economie kan bijdragen aan de maatschappelijke welvaart. Dan kunnen waardevolle verbindingen tussen de financiële dienstverlening en de rest van de economie tot stand worden gebracht.

Dijsselbloem over HFC

In de uitzending van Buitenhof op zondag 3 februari 2013 noemde Minister Dijsselbloem van Financiën het HFC een lobbyclub voor de financiële sector. In het HFC zijn partijen uit de financiële sector, de overheid en toezichthouders zoals de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) vertegenwoordigd. Dijsselbloem vroeg zich af: "waarom hebben we dit soort vermenging van rollen en verantwoordelijkheden?” Volgens hem moet er “..een gezonde afstand zijn tussen banken en degene die er toezicht op houden. Maar in zo’n club zien we nog de oude vervlechting".

HFC is in 2007 opgericht om de financiële sector te versterken. Zo’n versterking is voor het toezicht op de banken, en meer in algemene zin voor de maatschappelijke welvaart, van belang. Maar dan moet er wel goed over worden nagedacht op welke wijze de financiële sector aan de welvaart kan bijdragen. Weliswaar geven Lansberg en Fransman (2012) in een interview aan dat het oogmerk van dit publiek-private initiatief is om “banen en welvaart te creëren door Nederland aantrekkelijk te maken voor centrumfuncties in de financiële dienstverlening”. Toch doet het interview vermoeden dat HFC vooral als een club van financiële partijen wordt beleefd. In die zin lijken de activiteiten van HFC naar binnen gericht, dat wil zeggen vanuit het gedachtegoed van de financiële wereld zelf. Dit beeld van een op de eigen sector gerichte lobbygroep en de kritiek van Dijsselbloem heeft tot gevolg gehad dat het bestuur heeft besloten HFC in zijn huidige vorm op te heffen (persbericht).

Publiek belang

Het publiek belang van de financiële sector is echter dat dienstverlening aan de klant in het teken staat van de bevordering van de maatschappelijke welvaart. Een voorbeeld is een onberispelijke verzorging van het betalingsverkeer. Dat is vooralsnog goed geregeld, ofschoon men bedacht moet zijn op een toename van criminaliteit bij elektronische betalingen, hetgeen het vertrouwen in het betalingsverkeer kan ondermijnen. De belangrijkste bijdrage van de banken aan het publiek belang ligt bij de aloude functie van intermediair bij (handels)transacties. Het zijn de banken die kennis hebben bij het inschatten van de risico’s bij contracten tussen kopers en verkopers, zowel in geval van contracten over levering van goederen of diensten, als in geval van financiële transacties. Met deze bemiddelingsfunctie bevorderen de banken de maatschappelijke welvaart, aangezien zij de transactiekosten voor kopers en verkopers verlagen en zo bijdragen tot een meer efficiënte organisatie van de productie.

Dat is ook de rol die de financiële sector behoort te spelen in de “Tiende Topsector” in het innovatiebeleid van het Ministerie van Economische Zaken. Het oogmerk is dat Nederland zijn positie als vestigingsplaats voor internationaal opererende bedrijven verder kan uitbouwen (Den Butter, 2012, Terzijde 12). Het is onvermijdelijk en zelfs gewenst dat de banken een deel van de risico’s bij zulke transacties overnemen en in eigen beheer houden. Dat vormt een prikkel om de risico’s goed in te schatten en maakt, wanneer het goed gebeurt, de banken winstgevend. Dan moet wel de systeemfout, die het mogelijk maakt om het verlies op de belastingbetaler en dus op de maatschappij af te wentelen, verholpen zijn (Den Butter, 2011).

Waardevol verbinden

Een belangrijke functie bij de rol van bemiddelaar van de banken is het leggen van verbindingen met andere sectoren en deelgebieden van de economie. Daardoor verlopen transacties beter en kan er welvaartswinst geboekt worden. Het initiatief “Waardevol verbinden” (WaVe) waarbij de Stichting Maatschappij en Onderneming (SMO) het voortouw heeft genomen, beoogt om meer inzicht te krijgen hoe de financiële sector in Nederland dergelijke verbindingen tot stand kan brengen. Het WaVe-initiatief, waarbij het HFC betrokken was, wil daarmee bijdragen aan de versterking van de economische bedrijvigheid in ons land. Het initiatief richt zich op een vijftal verbindingen tussen de financiële wereld en andere sterke onderdelen van de Nederlandse economie.

1. Financiële sector en logistiek

Een belangrijke welvaartswinst valt te bereiken bij een betere afstemming tussen de “hub”/mainportfuncties van de Rotterdamse haven, de Amsterdamse haven en Schiphol, en de zakelijke dienstverlening door de financiële sector. Zo is er meer inzicht nodig hoe de culturen van blauwe en witte boorden op elkaar af te stemmen zijn. Meer in algemene zin is het oogmerk een betere samenwerking tussen de werelden van de fysieke en financiële stromen tot stand te brengen. Een voorbeeld binnen dit thema is het bevorderen van de ICT gedreven bemiddelingsfunctie tussen financiers, verladers, douane en vervoerders.

2. Financiële sector en creatieve sector

De financiële sector en de creatieve sector hebben ieder hun eigen manier en competenties om te intermediëren tussen leveranciers en afnemers, dan wel tussen degenen die geld over hebben en geld nodig hebben. De vraag is hoe deze competenties beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Het kan dan gaan om vormen van crowdfunding, maar ook om via een goede design beter gebruik te maken van internet bij afhandeling van financiële transacties. Ontegenzeggelijk hebben handel en kunst elkaar in het verleden versterkt: welke ontwikkelingen zijn er hiertoe in de toekomst? Te overwegen valt om Nederland tot een hub voor financiering en borging van intellectuele eigendomsrechten te maken.

3. Verschillende modellen van zakendoen

In het verleden heeft Nederland met zijn handelsgeest altijd een zekere mate van openheid naar andere culturen gehad. Indien dat nog zo is – en dat is inderdaad de vraag – betekent het dat ons land een comparatief voordeel heeft voor het leggen van een verbinding tussen de verschillende culturele modellen. In die zin kan ons land een brugfunctie vervullen tussen uiteenlopende modellen van zakendoen: het Angelsaksische, het Rijnlandse, het Aziatische en het Islamitische model. Een vraag is of een interculturele of multiculturele samenwerking daarbij de voorkeur verdient. Een betere benutting van de kwaliteiten van Nederlanders met een dubbele culturele achtergrond ligt daarbij in de rede. Een overweging in dit verband is de opzet van een uitzendinstituut voor bemiddelaars voor het internationaal zakendoen waar verschillende culturen van zakendoen met elkaar botsen.

4. Ethiek en duurzaamheid

Ethiek en duurzaamheid worden steeds meer gezien als randvoorwaarden voor zakelijke transacties. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid in de bedrijfsvoering staan centraal in het denken over modern ondernemerschap. De financiële sector kan hierop inspelen door goede standaarden voor ethisch beleggen vast te stellen. Een voorbeeld is het verschaffen van meer transparantie over de halal certificering van financiële producten (Hayat e.a., 2013). Een ander voorbeeld is het faciliteren van de financiering van kleinschalige projecten op het gebied duurzaamheid waarbij de deelnemers intrinsiek gemotiveerd zijn om het project tot een succes te maken.

5. Leef- en vestigingsklimaat

Een goed leef- en vestigingsklimaat vormt in de stad een belangrijke bron voor het leggen van waardevolle verbindingen en om serendipiteit te organiseren. Zo kan Amsterdam, als centrum voor de internationale zakelijke dienstverlening, zich profileren als aantrekkelijk plaats voor jonge internationale kenniswerkers, die hier hun eerste stappen in een zakelijke of maatschappelijke carrière zetten: de stad als plaats om een partner te vinden. De financiële sector kan hieraan bijdragen door een betere samenwerking tussen de academische wereld en het bedrijfsleven te faciliteren. Later verdienen deze investeringen zich terug omdat Amsterdam en Nederland bij deze kenniswerkers in hun verdere carrière als internationaal ondernemer altijd een streepje voor zullen hebben.

Besluit

Het is gewenst dat HFC als een naar binnen gerichte lobby van de banken wordt opgevolgd door een echt kenniscentrum voor de financiële sector. Dit kenniscentrum kan het publiek belang dienen door zich vanuit de specifieke kracht en kunde van de Nederlandse financiële dienstverlening te richten op het leggen van verbindingen met de andere sterke onderdelen van economische bedrijvigheid in ons land. De banken worden dan weer echte handelsbanken. Dat creëert maatschappelijke waarde. Het kan er ook voor zorgen dat minder kantoren leegstaan, zodat de vastgoedcrisis voor een deel wordt opgelost.

Referenties

Butter, F.A.G. den, 2011, De Grote Besmetting; de Macro-economie van de Krediet- en Schuldencrisis, SMO, 2010 5/6, SMO Den Haag, augustus 2011.

Butter, F.A.G. den, 2012, De Telgen van Hermes, Amsterdam: VU University Press.

Hayat, R., F.A.G. den Butter en U. Kock, 2013, Halal certification for financial products: a transaction cost perspective, Journal of Business Ethics, te verschijnen.

Lansberg, A. en R. Fransman, 2012, (interview), Een Chinees bedrijf dat zich op de uitvoeringskant van de pensioenfondsen oriënteert komt eerst naar Amsterdam; zo sterk is die reputatie wel, Bank- &Effectenbedrijf, april 2012, blz. 4-7.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik