Back

Artikel

Home

Verhoogd plafond Nationale Hypotheek Garantie risicovol

17 okt 2011
Dossiers: Woningmarkt
Onderwerpen: Woningmarkt
De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) moedigt toetreding aan van kleine, vaak buitenlandse hypotheekverstrekkers op kosten en risico van de staat. Dit zou gewenst kunnen zijn om een voldoende ruim aanbod van kleine, relatief risicovolle hypotheken te faciliteren, maar dat geldt zeker niet voor het segment van hypotheken tussen de 265.000 en 350.000 euro die nu tijdelijk kunnen profiteren van een verhoging van het plafond. Dit moet worden meegenomen als argument tegen voortzetting van de tijdelijke verhoging van de NHG, stellen Nicole Rosenboom en Marco Kerste.

Politieke druk

Per 1 januari 2012 gaat het tijdelijk tot 350.000 euro verhoogde plafond voor NHG-hypotheken weer terug naar het oude niveau van 265.000 euro. Er gaan echter stemmen op om de verhoging in stand te houden. Onder politieke druk van met name het CDA heeft minister De Jager tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen de kamer beloofd de voor- en nadelen te onderzoeken van deze stap.

Karel Schiffer, directeur van het Waarborgfonds Eigen Woningen dat de Nationale Hypotheek Garantie uitvoert, stelde begin deze maand dat de garantiefaciliteit de concurrentie op de hypotheekmarkt bevordert (Het Financieele Dagblad, 5 oktober 2011). Dat zou volgens Schiffer de reden zijn dat Rabobank de regeling flink zou willen inperken: hoe minder concurrentie hoe beter.

Alle banken kunnen NHG-hypotheken aanbieden; van financiële conglomeraten met diepe historische wortels tot piepkleine, al dan niet buitenlandse, toetreders. Maar volgens Schiffer doen vooral kleinere en buitenlandse spelers hun voordeel met de hypotheekgarantie. Zij kunnen zich toeleggen op een simpel en relatief veilig product, tegen lage funding kosten, met interessante rentetarieven voor consumenten en zonder een duur netwerk op te zetten. Kortom, lage kosten en een interessant product. Dit zou het voor kleine partijen mogelijk maken om de markt te betreden en concurrentiedruk uit te oefenen op grote banken, zoals de Rabobank. De NHG als aanjager van de concurrentie.

Effect op concurrentie hypotheekmarkt

De vraag is of dit waar is en, als dit zo is, of we hier onverdeeld blij mee moeten zijn. De cijfers lijken Schiffer’s stelling te onderbouwen. In 2010 is bijna twee derde van de nieuwe NHG hypotheken (63%) verstrekt door de drie grootste kredietverstrekkers: Rabobank, ING en ABN Amro. Op de markt voor alle nieuw verstrekte hypotheken, ook die zonder garantie, hadden deze drie partijen echter een marktaandeel van ruim 70% in datzelfde jaar. Dit betekent dat de kredietverstrekkers die iets meer dan een kwart van het markt innemen bijna 40% van de NHG-hypotheken verstrekten.

De kleinere spelers hebben dus een sterkere positie in de NHG-markt dan in de totale markt. Deze conclusie blijkt ook uit de marktposities op beide markten van individuele spelers zoals Aegon en BNP Paribas. Een bewijs dat kleinere spelers vooral actief kunnen zijn op de Nederlandse hypotheekmarkt door de voordelen die NHG hen biedt is hiermee nog niet gegeven, maar het maakt de tweede vraag al wel valide: is de NHG mogelijk een blessing in disguise voor de concurrentie?

Het verlagen van de toetredingsdrempels tot de Nederlandse hypotheekmarkt klinkt positief. De concurrentiedruk op grote spelers neemt hierdoor toe. Dit impliceert echter ook dat kredietverstrekkers die onder normale omstandigheden niet actief zouden kunnen zijn, de markt toch kunnen betreden. De Nationale Hypotheek Garantie bevordert oneerlijke concurrentie in het voordeel van kleine en buitenlandse kredietverstrekkers. Dit voelt niet geheel onrechtvaardig: kleinere spelers helpen om te kunnen concurreren met grote kolossen en zo en passant druk op de prijs uitoefenen. De ontnuchtering van dit Calimero-verhaal zit in de kosten. De NHG verwordt op deze manier een impliciete subsidie aan inefficiënte bedrijven op kosten van de burger – een scenario dat een aantal jaar geleden in Amerika aan de basis van de financiële crisis stond. Een scenario met grote risico’s dus.

Hoe hoog moet het plafond?

Of de NHG in de volle breedte dit effect heeft, is sterk de vraag. Er kunnen mogelijk andere redenen zijn voor de relatief sterke positie van kleine spelers in NHG-hypotheken. Eén hiervan is dat grotere banken in een luxepositie verkeren en zich richten op de grotere en kwalitatief sterkere hypotheken. De markt voor kleinere, relatief risicovolle hypotheken ligt daarmee eerder open voor de kleinere spelers. Maar de pool van risicovollere hypotheken is geen aantrekkelijke, zeker niet voor kleinere spelers die minder mogelijkheden hebben om risico’s te spreiden. Dit zou een mooie nuance kunnen zijn voor de impliciete subsidie op inefficiënte spelers. Om te voorkomen dat huishouden met een lager inkomen niet in aanmerking komen, verschaft de NHG een garantiemogelijkheid die het mogelijk maakt voor kleinere partijen om in dit segment te stappen. Zo bekeken, kan er een politieke motivatie zijn met het oog op herverdeling.

Deze argumentatie gaat ons inziens vooral op voor de kleinere hypotheken en geldt niet voor het segment dat onder de NHG valt door de tijdelijke verhoging van 265.000,- naar 350.000,-. Daar waar het mogelijk subsidiëren van inefficiënte spelers voor het segment kleine, risicovolle hypotheken nog op een herverdelingsmotief zou kunnen steunen, geldt dat voor het hogere segment zeker niet. Herverdeling over een dergelijk volle breedte van de markt is namelijk een contradictio in terminis. In de discussie over de voor- en nadelen van de tijdelijke verhoging, aangekondigd door het ministerie van Financiën moet dus ook gekeken worden naar de consequenties van het verlagen van de toetredingsdrempels op kosten van de staat.

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik