Back

Artikel

Home

Trek vijfhonderd miljard weg bij de Nederlandse financiële sector

17 jul 2012
Dossiers: Woningmarkt
Onderwerpen: Financiële markten, Monetair beleid
Met een drietal fiscale maatregelen is in één klap de uit de kluiten gewassen Nederlandse financiële sector met 500 miljard euro te reduceren. Dit verkleint de kans dat de Nederlandse economie bij verdere tegenspoed door de grote financiële sector kopje onder gaat, stelt Joop Evers. Het gaat om het schrappen van de omkeerregel voor pensioenen, het introduceren van staatsobligaties op naam voor particuliere beleggers en het vervangen van de hypotheekrenteaftrek door een starterssubsidie

De overmaatse financiële sector

Het bancaire systeem is onverminderd instabiel en de banken worden steeds groter. Het balanstotaal van de Nederlandse banken is bijna zesmaal het nationaal inkomen. Dat is bijna allemaal schuld. Alleen in Zwitserland en Ierland zijn de bancaire sectoren relatief groter. In Ierland ging het mis, maar Zwitserland is veilig door de toevloed aan buitenlands kapitaal. Het Basel-III akkoord eist weliswaar op termijn een veel hogere dekkingsgraad, maar voor Nederland met zijn overmaatse bancaire sector zal de financiële sector riskant blijven.

Veel publicaties brengen voorstellen om de gevolgen van de crisis te bestrijden of crises te voorkomen door de banken te herstructureren. Publicaties die een verband leggen tussen de crisis en het belastingstelsel zijn echter schaars. Ook de commissie de Wit heeft daar niets over te melden. Het gebrek aan samenhang laat zien hoezeer openbare financiën en monetaire economie afzonderlijk worden beoefend.

Er zijn echter fiscale veranderingen in te voeren die er toe leiden dat een substantieel bedrag aan spaargelden aan beheer van de financiële sector wordt onttrokken. Het gaat om: (a) een voorheffing op de uitgestelde afdracht van inkomstenbelasting via pensioensparen; (b) de inrichting van een depositobank bij de schatkist met vrijstelling vermogensbelasting; (c) de vervanging van de hypotheekrenteaftrek door een fiscaal-vrije starterssubsidie.

Een voorheffing inkomstenbelasting bij pensioensparen

Naast de collectieve pensioenen zijn er individuele pensioenen. De belangrijkste is de lijfrenteverzekering. Pensioenvorming wordt fiscaal gestimuleerd door de regeling voor uitgestelde heffing van inkomstenbelasting en door het gespaarde vermogen buiten de vermogensbelasting te houden. Uitstel van de afdracht van inkomstenbelasting is gunstig omdat men daarmee de progressiviteit kan ontlopen.

Voor de schatkist is de regeling voor uitgestelde belastingbetaling nadelig omdat de uitstaande latente belastingschuld een beleggingsrisico loopt. Daarom bepleiten Hoogduin (2012) en de Vos (2012) om deze fiscale regeling af te schaffen, of een drastisch te hervormen. Een maatregel die de fiscale voordelen intact laat, is om direct 30% te incasseren bij de uitvoerende financiële instelling als voorheffing van de inkomstenbelasting, deze bij de uitkeringen dienovereenkomstig te verrekenen en de resterende belasting in rekening te brengen bij de definitieve belastingaanslag van de uitkering ontvangende; zie ook Boot en Bovenberg (2012).

Om van de huidige situatie over te gaan naar de nieuwe, zouden de financiële instellingen direct 30% van het ingelegde pensioengeld aan de schatkist moeten afdragen. Dit is in eerste instantie te financieren door de schatkist door gelijktijdig aflopende leningen te verstrekken tegen de rentevergoeding van staatsobligaties. Het ziet er uit als een boekhoudkundige transactie, maar feitelijk wordt direct 30% van het ingelegde vermogen onttrokken aan het beheer van financiële instellingen. De beleggingsrisico’s op de nog te incasseren belastinggelden wordt daarmee dienovereenkomstig teruggebracht.

Het gaat om enorme bedragen. Het totaal aan ingelegde gelden is ruim 900 miljard euro. Met de afdracht van de voorheffing zou dus 270 miljard gemoeid zijn. Ter vergelijking: de huidige staatsschuld is ongeveer 400 miljard. Als daarop 270 miljard in mindering wordt gebracht, zou de staatsschuld meer in lijn liggen met die van Duitsland (de Vos 2012).

Een fiscaal gunstige depositobank bij de rijksschatkist

Naast het collectief pensioen en lijfrenteverzekeringen zijn er ook andere fiscaal gestimuleerde spaarregelingen, zoals de levensloop-, spaarloon- en vitaliteitsregelingen en banksparen.In de praktijk blijkt echter dat veel van het fiscale voordeel bij de financiële instellingen terecht komt. Een alternatief bieden de in andere landen bekende staatsobligaties “op naam”, die voornamelijk door particulieren worden gekocht. Deze spaarvorm is toegankelijker te maken door daaraan de vorm te geven van internet depositobank, in te richten bij het Agentschap van de Generale Thesaurie.De rente volgt die op gewone staatsobligaties.Over de ingelegde gelden wordt (naar analogie van pensioensparen) géén vermogensbelasting geheven; zie Evers 2012. Andere fiscale spaarpotjes kunnen verdwijnen.

In Nederland staat ongeveer 300 miljard uit aan spaargeld. Het is denkbaar dat de rijksdepositobank hiervan een aanzienlijk deel zal aantrekken. Door het instellen van een maximum op de netto jaarlijkse stortingen is dit te beperken.

Fiscaal neutrale subsidie voor starters op de woningmarkt

Om te profiteren van de hypotheekrenteaftrek neemt men gewoonlijk langdurig de maximale hypotheekschuld. Daarom is de nationale hypotheekschuld extreem hoog: ongeveer 630 miljard euro. Daar tegenover staat 220 miljard aan gerelateerde spaargelden waarmee men op termijn de hypotheekschulden aflost. Door (zoals het lente-akkoord wil) de aftrek te beperken tot annuïtaire hypotheken, zullen spaargelden direct worden gebruikt voor de aflossing volgens het annuïtaire schema, maar sneller aflossen blijft fiscaal nadelig.

Het is daarom beter de hypotheekrenteaftrek direct, geheel af te schaffen en te vervangen door een subsidie als vast percentage van de WOZ-waarde, die in 15 jaar lineair afloopt tot nul. Als men de woning voor die tijd zou verkopen, dan zou het resterende recht op subsidie over te dragen zijn naar de WOZ-waarde van een eventuele nieuw te kopen woning. Deze regeling is op de lopende hypotheken toe te passen, door uit te gaan van de uitstaande hypotheekschuld; zie Evers 2012.De hoogte van deze starterssubsidie is dus onafhankelijk van de lopende rentestand; dat zal een enigszins stabiliserend effect op de conjunctuur hebben.

Nieuw beleid

Het gaat om fiscale maatregelen die de Nederlandse overheid zelf kan nemen. Bij elkaar zullen deze al gauw 500 miljard onttrekken aan het beheer van de financiële sector. Dat is substantieel ten opzichte van het balanstotaal van de Nederlandse banken, zijnde 2.500 miljard. Als de overheid de voorheffing inkomstenbelasting op pensioenen gebruikt ter aflossing van de staatsschuld, wordt dienovereenkomstig het beslag op de kapitaalmarkt minder. Bovendien zal een eventuele invoering maar geleidelijk plaatsvinden; de sector dus tijd heeft zich aan te passen.

Boot en Bovenberg willen de voorheffing inkomstenbelasting op door de overheid te laten gebruiken om een gedeelte van de hypotheekschuld over te nemen. De bedoeling is de hypotheekberg te slechten. Dat zal niet nodig zijn wanneer de hypotheekrenteaftrek vervangen wordt door een starterssubsidie: de “hypotheekberg” zal door directe (in plaats van uitgestelde) aflossingen halveren.

De conclusie blijft: invoering van de voorgestelde drie maatregelen zal leiden tot een kleinere financiële sector en tot een verbetering van de economische stabiliteit; de staatschuld zal drastisch verminderen; de hypotheekberg gaat terug tot de helft en de burger krijgt meer ruimte om zijn eigen geldzaken te beheren.

Referenties

A.W.A. Boot, A.L. Bovenberg (2012): Hevel hypotheken over van banken naar overheid, MeJudice, 25 april.

J.J.M. Evers (2012): Fiscale bemoeienis met sparen en hypotheken schiet doel voorbij. Me Judice, 4 juli 2012.

L. Hoogduin (2012): Waarom heffen we pensioenfondsen niet op? NRC Handelsblad, 28 april 2012.

A. de Vos (2012): Nederland: puissant rijk, maar gierig als een oude vrek. Me Judice 29 maart 2012.

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik