Beloofd is beloofd
De salarisverhoging van de top bij ABN Amro bank en ING wordt door de top van die banken zelf als rechtvaardig gezien. Daarbij worden twee typen argumenten
gebruikt, behorend bij twee tegenovergestelde vormen van ethiek. En ook het terugdraaien van de verhoging bij ABN Amro wordt vanuit deze twee ethische
tradities beredeneerd. Het gaat om de deontologie en de nutsethiek. Deontologie is de ethiek van rechten en plichten. Die is ontwikkeld door Immanuel Kant
en gaat ervan uit dat mensen enerzijds rechten hebben en anderzijds morele plichten naar elkaar toe om die rechten te beschermen. Het is een universele
ethiek, die losstaat van de context. "Beloofd is beloofd" en "gelijke monniken gelijke kappen". Op basis van deze ethiek rechtvaardigt ING de
salarisverhoging nu ze de staatssteun hebben afgelost en dus niet meer onder de regel vallen van beperkt beloningsbeleid. De regel geldt niet meer dus
heeft de bank op basis van deze ethiek de vrijheid om de topsalarissen te verhogen richting de beloning bij buitenlandse banken: "gelijke monniken gelijke
kappen". ABN Amro hanteert binnen dezelfde ethiek een andere redenering. Zij heeft immers de staatssteun nog niet terugbetaald. Maar er is wel afgesproken
met de regering dat de bank, ter compensatie voor de afschaffing van bonussen, het vaste salaris van de top mag verhogen. En dat heeft zij nu gedaan,
binnen de grens zoals in 2012 gesteld door de Minister en goedgekeurd door de Tweede Kamer: "beloofd is beloofd". In
het persbericht over het terugdraaien
wordt benadrukt dat de verhoging binnen de wet viel - alsof dàt het issue van de maatschappelijke verontwaardiging zou zijn.
Nutsethiek
De tweede ethiek van waaruit de verhoging van de topsalarissen gerechtvaardigd wordt is de nutsethiek. Die heeft zijn oorsprong bij Jeremy Bentham, een
tijdgenoot van Kant, die vond dat het maatschappelijk goede ligt in het nastreven van het grootste geluk voor het grootst aantal mensen. Een
consequentialistische ethiek, want behalve binnen de wet blijven zijn er geen richtlijnen over hoe die maximale uitkomst bereikt zou moeten worden. In de
twintigste eeuw zijn economen met de nutsethiek aan de haal gegaan. Ze stelden dat iedereen streeft naar nutsmaximalisatie en dat vrije markten hen daartoe
in staat stellen. Milton Friedman zei zelfs dat de beste bijdrage van bedrijven aan de maatschappij simpelweg winstmaximalisatie is, want daarmee dwingen
ze zichzelf en elkaar om zo zuinig mogelijk om te gaan met schaarse middelen.
Arbeidsmarkt topbankiers
Terug naar de salarissen van topbankiers. Het argument dat beide banken gebruiken om de topsalarissen te rechtvaardigen vanuit de nutsethiek is dat als de
topmensen niet marktconform betaald worden, ze minder presteren of vertrekken naar het buitenland waar wel marktconform betaald wordt. Ofwel, in de
economische nutsethiek is een rechtvaardig inkomen een marktconform inkomen dat voor maximaal nut voor ons allemaal zorgt. Want hoe kunnen onze banken nu
optimaal presteren als de bestuurders en directie niet optimaal betaald worden?
Dit argument gaat mank. Omdat de markt voor topbankiers geen volledig concurrerende markt is. Hoe hoger de positie binnen een bank hoe minder de
arbeidsmarkt op een normale markt lijkt. Het verwordt tot een WTA-markt: een Winner-Takes-All markt. Net als bij topvoetballers, popsterren en
kunst. Het topsegment verdient wat de gek ervoor geeft. Madonna kan goed zingen. Maar zij zingt niet duizend keer beter dan het meisje dat een lokale
talentenjacht wint. De gemiddelde eredivisievoetballer is een goede speler. Maar niet heel veel beter dan de gemiddelde A-klasse speler. Een WTA-markt
betaalt een premie aan de top op basis van hun imago of status. En nee, dat is niet rechtvaardig ten opzichte van degenen in de subtop, maar zolang wij dat
met zijn allen accepteren of er zelf bewondering voor hebben is daar niks mis mee. De beste bakker in het dorp kan daarentegen haar brood hooguit tien
procent duurder verkopen dan haar concurrenten, omdat de consument dit prijsverschil proeft en er graag voor wil betalen. Maar niet het dubbele. De
bakkersmarkt is dan ook geen WTA-markt maar een markt met normale concurrentie op basis van prijs en kwaliteit. Er is een duidelijke relatie tussen de
prijs en wat je ervoor krijgt.
Het argument van ING en ABN Amro op basis van de nutsethiek snijdt dus geen hout. Of een lid van de Raad van Bestuur nu 600.000, 700.000 of 800.000 euro
verdient, er is geen eenduidig verband met zijn of haar prestatie. En moeten we bang zijn dat onze topbankiers naar het buitenland vertrekken omdat ze daar
meer kunnen verdienen? Veel voorbeelden zijn er niet. Ik denk trouwens niet dat destijds Onno Ruding en Willem Buiter vertrokken zijn omdat ze elders meer
konden verdienen.
Zorgethiek
En dus blijvende argumenten over van de twee banken op basis van de deontologie, "de oude regels gelden niet meer" (ING) en "we hebben er juridisch recht
op" (ABN Amro). Maar waarom is er dan zo'n maatschappelijke verontwaardiging? Waarom voelt dit argument als een graat in de keel bij de Minister en als van
een andere planeet bij het parlement? Waarom zeggen klanten hun rekening op? Dat is omdat die allemaal redeneren vanuit een derde ethiek: de zorgethiek.
Die gaat deels terug op de deugdenethiek van Aristoteles en is pas de afgelopen vijfentwintig jaar tot ontwikkeling gekomen. In de zorgethiek draait het
niet om rechten en plichten en evenmin om maximale uitkomsten. Het is een procedurele ethiek. Het gaat om goed gedrag in een dagelijkse context van
kwetsbaarheid en onzekerheid. Om hoe je reageert op misstanden en op de pech en noden van anderen. In de zorgethiek draait het dus om verantwoordelijkheid
nemen. Verantwoordelijkheid voor je eigen daden maar ook voor collectieve problemen en zelfs voor wat er in een situatie gedaan moet worden als jij zelf
niet aan het probleem hebt bijgedragen. In plaats van wegkijken en je eigen doelen nastreven of je beroepen op bepaalde rechten. Zelfs Adam Smith herkende
het belang van deze contextuele ethiek al in zijn boek The Theory of Moral Sentiments en gaf er mooie voorbeelden van.
Terugdraaien
Het ongedaan maken van de verhoging bij ABN Amro grijpt trouwens terug op de nutsethiek: het wordt gedaan om het vertrouwen te herstellen en een spoedige
beursgang daarmee veilig te stellen. Een instrumenteel argument dus - geen inzicht in de eigen verantwoordelijkheid bij het ontstaan en voortduren van de
gevolgen van de crisis. Buiten de top van banken redeneren de meesten van ons vanuit de zorgethiek als het gaat om beloningsbeleid bij banken in de huidige
economische context. Omdat de banken driekwart van de steun met ons belastinggeld nog niet hebben terugbetaald. Omdat de bezuinigingen op gezondheidszorg
en onderwijs mede te wijten zijn aan de redding van de banken. Omdat er sinds de crisis een miljoen huizen onder water staat. Omdat de werkloosheid omhoog
geschoten is en amper wil dalen. Het is deze economische context, waar de banken niet alleen maar wel grotendeels debet aan zijn, van waaruit we het
beloningsbeleid beoordelen. En vanuit deze context van een zwakke economie en negatieve sociale gevolgen geredeneerd, is het beloningsbeleid voor de top
niet gerechtvaardigd. Het vertrouwen van de samenleving in banken is nog steeds laag: 34% volgens het panel van EenVandaag in oktober 2014. En begaan de banken nog steeds
blunders. Van misstanden in Dubai tot plannen om klantgegevens in te zetten voor commerciële doelen.
Top geniet geen vertrouwen
Uit mijn onderzoek voor het Sustainable Finance Lab naar de
Nederlandse bankcultuur blijkt dat ook de gemiddelde bankmedewerker de top niet meer zo vertrouwt (Van Staveren en Van Tilburg, 2015; zie voor een
samenvatting Van Staveren en Van Tilburg, 2014). Slechts de helft heeft vertrouwen in de eigen leidinggevende en 16% heeft vertrouwen in de bank als
geheel. 28% ziet geen overeenkomst tussen wat de top zegt en wat ze doet als het gaat om het behartigen van het klantbelang. Een kwart kan zijn kritiek
niet kwijt bij de leiding. En ondertussen zit de gewone bankmedewerker al een paar jaar op de nullijn terwijl de top zich salarisstijgingen toekent zoals
mogelijk gemaakt wordt in een WTA-markt. En dat terwijl de gewone bankmedewerker wel degelijk het klantbelang centraal wil stellen, zo blijkt uit de
enquête onder ruim 600 bankmedewerkers. Sterker nog, de resultaten laten zien dat hoe meer autonomie de medewerkers hebben, des te minder twijfelachtige
producten ze de afgelopen twee jaar verkocht hebben. Maar bezuinigingen onderin de banken, de nadruk op ‘targets’ halen, het onderlinge wantrouwen en het
gebrek aan autonomie om eigen verantwoordelijkheid te nemen maken een zorgethiek ook onderin de bank erg moeilijk. De klant is de klos.
Verbreed ethisch besef
De les voor de top bij banken is duidelijk. Verbreed het ethisch perspectief met de zorgethiek. Want dat is wat de samenleving, volksvertegenwoordigers en
de gewone bankmedewerkers vragen in deze tijd. Pas als de top van de banken daarnaar handelt, in het beloningsbeleid en in de structuren en processen
binnen de bank, kan het vertrouwen terugkomen. Van klant, werknemer en aandeelhouder.
Referenties:
Bentham, Jeremy [1789] (1970) An introduction to the principles and morals of legislation'. London: Athlone.
Friedman, Milton (1953) The methodology of positive economics', in Milton Friedman, Essays in positive economics. Chicago: University of Chicago Press, pp.
3-43.
Smith, Adam [1759] (1984) The theory of moral sentiments. Indianapolis: Liberty Fund.
Staveren, Irene van, Rens van Tilburg (2014), ‘Klantbelang centraal bij medewerker maar niet in bankcultuur’, ESB 99 (4697), 6 November, pp.
696-699.
Staveren, Irene van, Rens van Tilburg (2015),
'Bankier stelt klant centraal - nu de bank nog. Eindrapport survey bankcultuur 2014'
. Utrecht: Sustainable Finance Lab.