Back

Artikel

Home

Nieuwe fusietoets scholen overbodig

15 nov 2016
Onderwerpen: Onderwijs en wetenschap
Skyline Den Haag

In het basis- en voortgezet onderwijs zijn fusies aan de orde van de dag. Fusies die soms eindigen in megalomane grote structuren. Om de fusiedrang te beteugelen, heeft het ministerie van OCW in 2011 een tamelijk bureaucratische fusietoets ingesteld. Die fusietoets wil de minister nu veranderen. Volgens Jos Blank en Thomas Niaounakis is die nieuwe toets een stap in de goede richting. Echter voor de grote risicovolle fusies is deze toets ineffectief en daardoor overbodig. Grote besturen opereren vaak al onder schaalnadelen. De minister kan beter heldere criteria opstellen om een duidelijke grens te trekken in plaats van de deur voor te grote structuren alsnog op een kier te zetten.

Nieuwe fusietoets

Recentelijk heeft de minister van OCW een brief (Bussemaker, 2016) naar de kamer gestuurd met een voorstel om de huidige fusietoets in het onderwijs aan te passen. De huidige fusietoets werd in 2011 van kracht om de ongebreidelde schaalvergroting in het onderwijs tegen te gaan en de menselijke maat te bevorderen. Illustratief is het primair onderwijs. Daar nam tussen 2000 en 2010 het gemiddelde aantal leerlingen per schoolbestuur toe van 800 tot 1350. Gevoed door een variëteit van aan het licht gekomen nadelen rondom grote onderwijsinstellingen is steeds meer publiek ongenoegen over de doorgeslagen schaalvergroting ontstaan. De fusietoets moest hieraan tegemoetkomen.

De fusietoets bleek de afgelopen jaren een krachteloos instrument, gezien de vele fusies die nog hebben plaatsgehad sinds de invoering van de wet. Van de 173 behandelde fusieaanvragen kregen er 15 een negatief advies, en zijn er zeven definitief afgelast (Bussemaker, 2016). De minister zet met haar nieuwe voorstel een stap in de goede richting, maar gaat nog lang niet ver genoeg.

Zwaar of snel

In het nieuwe voorstel maakt de minister een onderscheid tussen een zware inhoudelijke toets voor risicovolle fusies van scholen en schoolbesturen en een snellere toets voor fusies van beperkte omvang. De snellere toets is vooral bedoeld voor fusies van kleinere scholen, in het bijzonder voor besturen die met leerlingenkrimp te maken hebben, om de druk op de kwaliteit van het onderwijs en eventuele financiële problemen het hoofd te bieden. De toetsing is bedoeld om een aantal andere publieke waarden, zoals draagvlak en medezeggenschap, te borgen. De (snelle) toetsing wordt door de ambtenaren van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) uitgevoerd. Hier komt geen lange periode en/of een zware commissie aan te pas. Dat is een hele stap vooruit ten opzichte van de huidige gang van zaken die veel tijd en geld kost (van Casteren et al., 2015). Voor te kleine scholen en schoolbesturen kan schaalvergroting vanuit maatschappelijk perspectief een prima keuze zijn.

Risicovolle fusies

De schoen wringt bij de inhoudelijke toets voor risicovolle fusies. Hier komt een hele set van regels aan te pas en overwegingen die door de CommissieFusietoets Onderwijs (CFTO) beoordeeld moeten gaan worden. De vraag is waarom in vredesnaam? Fusies die leiden tot grote instellingen met grote marktaandelen dienen sowieso tegengehouden te worden. Veel makkelijker is het om die op voorhand te verbieden, bijvoorbeeld op grond van een maximumaantal leerlingen of maximumaantal aangesloten scholen. Grote scholen presteren op geen enkele manier aantoonbaar beter. Schaalvoordelen zijn voor deze giganten al lang uitgewerkt en slaan zelfs om in schaalnadelen, de pluriformiteit van het aanbod komt onder druk te staan en kwaliteitsvoordelen zijn nog nooit aangetoond. Verder blijken fusies in het algemeen de betreffende instellingen jarenlang negatief te beïnvloeden vanwege allerlei procesaanpassingen en cultuurtegenstellingen tussen fuserende partijen. Het is opvallend is dat de minister dit soort fusies aanwijst als risicovolle fusies en zich dus blijkbaar bewust is van de gevaren.

Heldere criteria

Het ligt veel meer voor de hand een wettelijke regeling met een aantal harde criteria te treffen, die dit soort fusies verbiedt. Verder kan de minister zich altijd nog een bevoegdheid toe-eigenen waarbij zij in dat ene hele specifieke geval toch nog een keer een uitzondering wil maken. Een ingewikkelde procedure met allerlei waarborgen en een zware toetsingscommissie is dan overbodig. Verder maakt de door ons voorgestelde wet ieder (groot) bestuur in Nederland direct duidelijk dat ze over een fusie niet eens hoeven na te denken. Bovendien krijgen kleine schoolbesturen zo de wenselijke prikkel om eerst elkaar eens op te zoeken, voordat zij bij grote schoolbesturen aankloppen. Dit zet pas echt zoden aan de dijk.

Referenties:

Bussemaker, J. (2016). Fusietoets in het onderwijs (Kamerbrief). Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

van Casteren, W., van den Berg, E., Huisman, P., Rosenboom, N., & de Vijlder, F. (2015). Evaluatie Wet fusietoets. ResearchNed.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik