Back

Artikel

Home

Kabinet biedt te weinig perspectief op uitweg in crisistijd

30 nov 2012
Onderwerpen: Macro-economische politiek, Openbare financiën
Het nieuwe kabinet Rutte II is aangetreden midden in de crisis met een aantal forse bezuinigingsmaatregelen. Volgens de Amsterdamse econoom Boot ontbreekt in de regeringsplannen nieuw elan waardoor de burger weer perspectief krijgt en hoop op een terugkeer uit de crisis. In de kern moet de overheid een baken van zekerheid bieden en niet een bron van onzekerheid.

Hoe komen we uit de crisis?

Rutte II is een historisch kabinet. Moed kan het niet worden ontzegd, maar de CBS-cijfers van afgelopen week lieten zien dat tegenvallers verre van onwaarschijnlijk zijn. De Nederlandse economie is in het derde kwartaal gekrompen met meer dan 1 procentpunt. Ik zet toch in op succes van het kabinet maar dat hangt af van de terugkeer van vertrouwen, het smeermiddel van de economie. Zonder vertrouwen houdt de consument de hand op de knip en investeren ondernemers niet. Het formatieakkoord bevat een veelheid aan bezuinigingsmaatregelen, hervormingen en lastenverzwaringen, maar biedt onvoldoende perspectief op hoe we er sterker uitkomen. Het kabinet komt er niet alleen met begrotingsdiscipline en ‘eerlijk delen’. Het motto moet zijn, ‘samen staan we sterk’. Daarvoor zijn drie fundamenten nodig. De overheid moet meer zekerheden bieden. De Nederlandse economie moet minder afhankelijk worden gemaakt van de onrust om ons heen. Daarbij heeft iedereen een eigen verantwoordelijkheid. Deze drie fundamenten zijn onderbelicht in Rutte II en vragen bijstelling van beleid.

Onbalans economie

Hoge schulden in combinatie met een verzwakte financiële sector hebben Nederland uit evenwicht gebracht. In de euforie vòòr de crisis heeft iedereen boven zijn stand geleefd. De woningmarkt en de onzekerheid rond pensioenen gaven Nederland een extra knauw.

Door de fricties tussen de zeventien deelnemende landen kan de Eurozone zelf moeilijk sturen. Al doormodderend zal de Eurozone hopelijk orde op zaken stellen maar dat duurt lang. De vraaguitval is excessief. Niet voor niets roept het IMF om stimulering waar mogelijk. De bestaande schulden en onzekerheden zijn echter dermate hoog en groot dat het draagvlak ontbreekt. Voor Nederland als open economie is stimuleren dan niet effectief – de uitgaven lekken dan weg naar het buitenland. Er rest Nederland maar één ding: zelf een zo sterk mogelijke positie creëren.

Baken in de storm

Tot het opbouwen van een sterke positie behoort het in de hand houden van de overheidsfinanciën, om zo mogelijke verdere tegenvallers op te vangen. Op deze wijze kan de overheid vertrouwen genereren. Vertrouwen vraagt ook om zekerheden. Het roepen dat er geen zekerheden zijn, is een ontmanteling van een van de belangrijkste taken van de overheid: stootkussen in moeilijke tijden. Het kabinet moet duidelijk maken dat het agressieve pakket van maatregelen leidt tot een houdbaar begrotingspad dat niet bij de eerste beste tegenvaller weer ter discussie staat. Piketpaaltjes moeten aangeven waar iedereen aan toe is. Zolang de politiek blijft uitstralen dat ‘morgen’ weer een nieuwe ronde aan harde maatregelen kan volgen, ondermijnt zij het vertrouwen.

De belangrijkste onzekerheid voor mensen is dat ze hun baan kwijt kunnen raken. Het is ongelukkig dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt in moeilijke tijden vorm krijgt. Het was veel prettiger geweest dit in goede tijden te doen. De arbeidsmarkthervormingen creëren extra onzekerheid bij ouderen en er is beleid noch traditie om hen aan een andere baan te helpen. Minister van Sociale Zaken, Lodewijk Asscher, moet juist deze werknemers in bescherming nemen anders dreigt een verdieping van de vertrouwenscrisis. Iedereen houdt dan de hand op de knip en de economische groei wordt verder aangetast.

Weerbare economie

Daarnaast moet Nederland weerbaarder worden. We zijn te afhankelijk van de wispelturigheid om ons heen. De Nederlandse financiële sector zit in zwaar weer en kan niet goed inspelen op de behoeftes van de economie. Ondernemers komen moeilijk aan krediet. Niet alleen magere vooruitzichten spelen een rol. Er is behoefte aan alternatieve financieringskanalen. Er kan worden aangeknoopt bij kredietfaciliteiten waar de overheid het risico al deels dekt , zoals de BBMKB regeling die garanties geeft op leningen aan het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Overwogen moet worden om in eerste instantie onder overheidsvlag nieuwe partijen in de markt te zetten. Initiatieven op de woningmarkt kunnen hier onder vallen. Maar nooit meer mag ongecontroleerd ‘ondernemerschap’ zoals bij woningcorporaties worden geaccepteerd. De corporaties hadden een stimulerende rol in slechte tijden kunnen spelen als we ze in goede tijden in de hand hadden gehouden. Mogelijk kan een koppeling worden gemaakt met pensioenfondsen. Productieve investeringen in de Nederlandse economie kunnen in het belang zijn van pensioengerechtigden. Ook Nederlandse bedrijven ontbreekt het aan weerbaarheid door te grote afhankelijkheid van de Eurozone. We moeten ons nadrukkelijker op de rest van de wereld te richten.

Eigen verantwoordelijkheid

Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid in het vormgeven van de vitaliteit van de maatschappij. Dit klinkt soft, maar het motto moet zijn, ‘alles beter dan thuis zitten’. Werkloosheid moet betekenen dat alle mogelijkheden op werk worden aangepakt. Het begrip passende arbeid zou niet mogen bestaan. Het ten onrechte afwentelen op de overheid moet worden aangepakt. Oneigenlijk gebruik van uitkeringen is nog steeds een probleem. De Nederlandse ouderenzorg (AWBZ) is onbetaalbaar geworden omdat we veel te royaal zijn geweest. Het zo organiseren dat de overheid betaalt, werd het doel. Nieuw elan is nodig. Vertrouwen zorgt ervoor dat uiteindelijk één plus één meer dan twee is.

* Dit artikel verscheen in gewijzigde vorm in NRC Handelsblad van 19 november jl.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik