Back

Artikel

Home

Inkomstenbelasting op basis van nationaliteit: effectief noch praktisch

6 jun 2023
Onderwerpen: Openbare financiën, Recht en economie
Voor de heffing van inkomstenbelasting in Nederland bestaan twee aanknopingspunten, te weten het inwonerschap en het bronbeginsel. Uitbreiding van de wetgeving met een derde aanknopingspunt – nationaliteit – is volgens Mark Romyn lastig uitvoerbaar en weinig effectief.

Inleiding

VVD-kamerlid Idsinga wil in het buitenland woonachtige Nederlanders op basis van hun nationaliteit in de heffing van Nederlandse inkomstenbelasting kunnen betrekken. Dat blijkt uit de Kamervragen die hij 31 mei 2023 stelde aan staatssecretaris Van Rij van Financiën. Aanleiding voor de vragen is een Volkskrant-artikel van Robert Giebels. Die schrijft dat het feit dat Max Verstappen in Monaco woont de fiscus de komende jaren €100 miljoen gaat kosten. Het artikel vermeldt overigens ook dat Verstappen tot hij zeven jaar geleden naar Monaco verhuisde in België woonde, wat het gebruik van het woord "kosten" raadselachtig maakt.

Profijtbeginsel

Voor de heffing van inkomstenbelasting in Nederland - en de meeste andere landen - bestaan twee aanknopingspunten. Het eerste is inwonerschap. Inwoners worden belast voor hun inkomen, waar ter wereld dat ook wordt behaald. Het andere aanknopingspunt is het genieten van inkomsten uit bronnen in Nederland, zoals bijvoorbeeld het uitoefenen van een dienstbetrekking in Nederland of het bezitten van in Nederland gelegen onroerende zaken (het "bronbeginsel"). Niet-inwoners worden op basis daarvan "buitenlands belastingplichtig". In beide gevallen rust de belastingheffing op het profijtbeginsel. Je betaalt belasting omdat je als inwoner dan wel als genieter van inkomsten uit Nederland geacht wordt baat te hebben bij de door de Nederlandse overheid getroffen voorzieningen.

Je betaalt belasting omdat je als inwoner dan wel als genieter van inkomsten uit Nederland geacht wordt baat te hebben bij de door de Nederlandse overheid getroffen voorzieningen.

Ook beroepssporters kunnen buitenlands belastingplichtig zijn. Als zij wonen in een land waarmee Nederland géén belastingverdrag heeft - zoals Monaco - en zij in Nederland hun sportieve prestaties verrichten, dan worden zij in het algemeen geacht daarmee winst te behalen die Nederland in de inkomstenbelasting betrekt [1]. De wet voorziet ook in de heffing van loonbelasting van beroepssporters die wonen in niet-verdragslanden. De fiscus blijft dus niet geheel met lege handen achter als de beroepssporters weer naar huis gaan. 

Maar, ook al is het Volkskrant-artikel over Verstappen de aanleiding voor de vragen van Idsinga, die vragen lijken een aanzienlijk ruimere strekking te hebben. Zo vraagt het kamerlid (in vraag 9) "of wordt overwogen om [..] een minimum inkomstenbelasting toe te passen in internationaal verband waardoor Nederland kan bijheffen in situaties waarin Nederlanders door deels woonachtig te zijn in landen met een zeer laag tarief inkomstenbelasting weten te ontwijken"[2]. In vraag 8 wil het kamerlid weten "wat concrete opties zijn om belastingontwijking tegen te gaan voor Nederlanders met een hoog inkomen die om fiscale redenen in het buitenland wonen".

Nationaliteit als aanknopingspunt

In wezen vraagt het liberale kamerlid de twee hiervoor genoemde aanknopingspunten voor het heffen van inkomstenbelasting uit te bereiden met een derde, te weten het hebben van de Nederlandse nationaliteit.

De Verenigde Staten hanteert als enig westers land het burgerschap van zijn onderdanen als aanknopingspunt voor het heffen van belasting over inkomen waar ter wereld dat ook wordt behaald [3]. Het levert grote problemen op voor zogenaamde "accidental Americans", personen die - niet zelden later in hun leven - ontdekken dat ze de Amerikaanse regels overtreden omdat ze Amerikaans staatsburger blijken te zijn, bijvoorbeeld omdat een van hun ouders de Amerikaanse nationaliteit had. Het betreffen problemen met betrekking tot boetes voor het niet tijdig doen van de Amerikaanse aangifte of van het rapporteren van buitenlandse bankrekeningen, dubbele of drievoudige belasting over loon en andere inkomsten (woonland, werkland en VS) of het niet kunnen openen van een bankrekening in het woonland. Niet-Amerikaanse banken dienen rekeningen van hun Amerikaanse klanten namelijk te melden aan de Amerikaanse fiscus op straffe van extra belasting. Sommige banken met activiteiten in de V.S. willen die sanctie tegen elke prijs voorkomen

De in het buitenland woonachtige Nederlanders waarop de toorn van de wetgever zou zijn gericht zullen vaak eenvoudig de nationaliteit van het woonland kunnen verkrijgen en zo van de extra heffing zijn bevrijd.

Als de gedachte van Idsinga in Nederlandse wetgeving zou worden omgezet hoeft het niet zo'n vaart te lopen. Art. 15, lid 1 letter a van de Rijkswet op het Nederlanderschap bepaalt namelijk dat het Nederlanderschap voor meerderjarigen verloren gaat door het vrijwillig verkrijgen van een andere nationaliteit. De in het buitenland woonachtige Nederlanders waarop de toorn van de wetgever zou zijn gericht zullen vaak eenvoudig de nationaliteit van het woonland kunnen verkrijgen en zo van de extra heffing zijn bevrijd. Tenzij de wetgever ook op dit punt het Amerikaanse voorbeeld zou volgen. Het opgeven van de Amerikaanse nationaliteit vereist het afleggen van een eed, de betaling van $2350, maar - belangrijker in dit verband -  een "eindafrekening" met de IRS[4].

Slot

Het plan dat spreekt uit de kamervragen is opmerkelijk. Als het ooit zou resulteren in wetgeving dan zal het beoogde effect daarvan eenvoudig teniet kunnen worden gedaan door het opgeven van de Nederlandse nationaliteit, wat het plan weinig effectief maakt. De administratieve last die die wetgeving zou veroorzaken voor in het buitenland wonende en werkende Nederlanders kan niet overschat worden tegen de achtergrond van de Amerikaanse ervaring.

Voetnoten


[1] Art. 7.2 lid 3 Wet op de inkomstenbelasting.

[2] Wat de vragensteller bedoelt met "deels woonachtig zijn" is niet duidelijk. Waar iemand voor de toepassing van de belastingwet woont wordt bepaald "naar de omstandigheden" (art. 4 Algemene wet inzake rijksbelastingen). Belangrijke omstandigheden in de jurisprudentie zijn waar iemand duurzaam een woning ter beschikking heeft, verblijfplaats van een eventueel gezin en waar het centrum van iemands levensbelangen ligt. Voor de toepassing uitsluitend van de inkomstenbelasting (d.w.z. zonder dat sprake is van een verdrag) is uitsluitend van belang of iemand al dan niet in Nederland woont.

[3] Het enige andere land dat dit aanknopingspunt duurzaam hanteert is Eritrea.

[4] Art. 877a Internal Revenue Code.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik