Back

Artikel

Home

Hoe gaat een nieuw kabinet de verliezers van globalisering meenemen?

23 aug 2017
Onderwerpen: Globalisering
Een nieuw kabinet lijkt in de maak, en de traditionele onderwerpen komen keurig aan bod. Maar volgens Brakman en Van Witteloostuijn is de stilte rond globaliseringscrisis veel betekenend. Formatieonderwerpen zijn sterk op het binnenland gericht en niet op de vraag hoe verliezers van globalisering het beste meegenomen kunnen worden in de vaart der volkeren.Een nieuw kabinet doet er goed aan om hier een antwoord op te vinden, anders zal men de gevolgen hiervan terugzien bij de volgende verkiezingen.

Geen visie op globalisering

De uitgelekte berichten over de kabinetsformatie geven een vertrouwd beeld: belastingen, overheidsuitgaven, pensioenen en de hoogte van de lonen zijn voorbeelden van de klassieke onderwerpen die bij elke formatie langskomen. Ook nu is dat weer het geval. Deze formatie wijkt enigszins af vanwege de onderlinge kloof met betrekking tot levensbeschouwelijke onderwerpen die misschien nog roet in het eten gooien. Ook staan migratie en milieu mogelijk prominenter op de agenda dan vroeger. De kabinetsformatie speelt zich echter af tegen de achtergrond van een globaliseringscrisis die, in combinatie met disruptieve technologische ontwikkelingen, de arbeidsmarkt fundamenteel aan het verstoren is. Uit de berichten blijkt vooralsnog niet dat de onderhandelaars bezig zijn hieromtrent een samenhangende en vernieuwende visie te ontwikkelen. Wat moet Nederland als handelsland in het huidige tijdsgewricht aanpassen om welvarend overeind te blijven zonder ondermijning van onderlinge solidariteit? Voor zover dit beeld juist, zou dat een cruciale fout zijn van een kabinet in wording.

Veranderingen op til

De globaliseringscrisis laat een nieuw gezicht zien van wat internationale handel doet en betekent. Wat is het geval? Na de Tweede Wereldoorlog was alles erop gericht om internationale handel tot volle wasdom te laten komen. De voortdurende uitbouw van de interne markt is daarvan een sprekend voorbeeld. Pakweg vijftig jaar lang heeft iedereen en elk land die deelnamen aan dit proces hiervan maximaal kunnen profiteren. De mondiale specialisatie die het gevolg was van globalisering, liet de lonen en de werkgelegenheid stijgen – het meest in de groeiende exportsectoren en het minst in de krimpende importsectoren, maar de verliezers van dergelijke verschuivingen konden door hoge economische groei verhoudingsgewijs gemakkelijk elders een baan vinden. En lukte het dan helemaal niet, dan stond een royaal sociaal vangnet klaar zodat het ontstaan van schrijnende armoede en een groeiende onderklasse kon worden voorkomen. Een sociaal contract was geboren dat decennialang stand heeft gehouden. Dit optimistische beeld is echter sterk en in hoog tempo aan het veranderen.

Verliezers van globalisering

Na het lidmaatschap van China van de Wereldhandelsorganisatie in 2001 kwam steeds duidelijker naar voren dat het voor de verliezers van globalisering lastiger werd elders werk te vinden omdat een deel van de productie naar het buitenland werd en wordt verplaatst. Uit de statistieken over de arbeidsmarkt bleek dat – in afwijking van de periode ervoor – een specifieke groep last kreeg van concurrentie uit het buitenland: de middenklasse. Intussen zagen – enigszins opmerkelijk – laaggeschoolden en hooggeschoolden hun aandeel in de totale werkgelegenheid toenemen. Naast globalisering speelt automatisering een belangrijke en steeds disruptievere rol. Ook deze ontwikkeling slaat hard toe binnen de grote middenklasse, waardoor het nog lastiger wordt de verliezers aan een nieuwe baan te helpen. Vroeger kon een bedrijfsleider in een textielfabriek makkelijker bedrijfsleider in een chemische fabriek worden. Tegenwoordig staan daar robots begeleid door een programmeur. Veel degelijk administratief werk is verdwenen omdat IT het werk beter en efficiënter doet. Met de doorbraak van moderne data-gerelateerde technologieën wordt deze ontwikkeling verder versneld (zie bijvoorbeeld Van den Berge en Ter Weel, 2015). Lerende algoritmes kunnen steeds meer, steeds beter en steeds sneller. Het sociale vangnet is daarenboven sterk versoberd ten opzichte van die goeie oude tijd waaraan Nederland in de tweede helft van de vorige eeuw gewend is geraakt.

Middenklasse in de knel

Een onaangename en ongemakkelijke conclusie is onvermijdelijk: de huidige middenklasse heeft het veel moeilijker dan die in de vorige eeuw. De tijd dat kinderen het bijna altijd beter kregen dan hun ouders, ligt opgeslagen in het archief van de recente geschiedenis. Het is erg verleidelijk om een verband te zien tussen het nieuwe nationalisme en deze arbeidsmarktontwikkeling. Denk aan de Brexit-beslommeringen, de verkiezing van een nationalistische president in de VS, de voortdurende kritiek op de euro, het opkomende anti-immigratiesentiment, het verzet tegen uitbreiding van de EU en het stilzetten van de onderhandelingen over TTIP. Voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zijn suggestieve landkaarten gemaakt waaruit blijkt dat de nationalistische stemmers vooral wonen in gebieden waar de middenklasse relatief hard is getroffen door de verwoestende combinatie van globalisering en robotisering.

Figuur 1: Stemming Brexit vergeleken met stemming 1975 in VK over deelname EU 

Bron: Kenneth Allen, CC BY-SA 2.0

 

Indirect wijzen de Wildersen en Baudets van deze wereld dus op een belangrijk probleem dat om een adequate reactie vraagt van de politiek. De nationalistische oplossing waar zij zelf voor staan is echter het verkeerde antwoord op deze grotendeels onvermijdelijke ontwikkelingen. Daarmee wordt het paard achter de wagen gespannen, zodat het grote probleem alleen maar groter wordt. Rond Brexit bestaat bijvoorbeeld veel onzekerheid, maar niet ten aanzien vanb de economische gevolgen ervan: van economisch isolationisme kan slechts economische stagnatie en mogelijk zelfs neergang worden verwacht.

Denk na over globalisering

Behalve over het begrotingstekort of de loonruimte zouden de onderhandelaars daarom ook hierover moeten nadenken. Verschuiving van de ene naar de andere baan kost tijd, en vaak langdurige omscholing. De aandacht zou uit moeten gaan naar een aantal fundamentele vragen (zie bijv. Acemoglu en Restrepo, 2017). Is de versoberde verzorgingsstaat niet al te schraal geworden? Hoe zouden opvangsystemen voor de verliezende middenklasse eruit moeten zien? Hoe moet het onderwijs van vandaag aansluiten op de arbeidsmarkt van de toekomst? Omscholing is een langdurig en permanent onderdeel van de arbeidsmarkt geworden, waar niet alleen over moet worden nagedacht op het moment van ontslag, maar al veel langer daarvoor. Dit vergt tijd en geld waarin werknemers en werkgevers beide moeten investeren. In dit licht zou zeer kritisch moeten worden gekeken naar de sterke toename van flexibele contracten en de daarmee samenhangende uitbesteding van diensten. De arbeidsmarkt lijkt hier te zijn doorgeschoten, met onder-investering in kennis als gevolg. Bovendien worden de moderne arbeidsmarktrisico’s momenteel eenzijdig bij de moderne zzp-er gelegd. Daarnaast zou het nieuwe kabinet zich sterk kunnen uitspreken voor globalisering. Door het stopzetten van TTIP laten wij potentiële groei liggen. Die groei is broodnodig om de verliezers van globalisering te compenseren en om de benodigde maatregelen te financieren. Als het nieuwe kabinet hier geen serieuze stappen zet, is de uitkomst van de volgende verkiezing niet moeilijk te voorspellen.

* Dit is een licht gewijzigde versie die op 22 augustus 2017 in het Financieele Dagblad verscheen.

Referenties:

Acemoglu, D., en P. Restrepo, 2017, Robots and jobs: Evidence from the US, Vox, 10 April 2017

Berge, W. van den, en B. ter Weel, 2015, Middensegment onder druk, CPB Policy Brief 2015/13, Den Haag.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik