Back

Artikel

Home

Het dak kan er af bij Feyenoord

14 apr 2014
Onderwerpen: Sport
Feyenoord De nieuwe plannen voor het stadion van voetbalclub Feyenoord zijn nog altijd te ambitieus. Nadat eerdere, prijzige bouwplannen zijn afgeschoten door de gemeente stuurt de club nu overduidelijk aan op een stadion met een verschuifbaar dak en 70.000 plaatsen. Het realistische alternatief van ReddeKuip is hierop aangepast om in de race te blijven. Een gemeentelijke subsidie moet de kosten drukken, maar waarom niet meteen een financieel gezond plan maken, vraagt Tsjalle van der Burg zich af.

Ambitieuze bouwplannen

Feyenoord maakt al jarenlang ambitieuze stadionplannen. Het meest opvallende was dat van een stadion in de Maas. Hier zou de finale van het WK gespeeld worden. Het ging om een topontwerp. Toen het WK niet naar Nederland kwam, en het plan te duur bleek, koos Feyenoord voor ‘Het Nieuwe Stadion’. Of het hier ook om een topontwerp ging is niet bekend, want er was helemaal geen architectonisch ontwerp. Wel was zeker dat het plan 365 miljoen euro zou kosten, en dat VolkerWessels het stadion zou bouwen. Daarbij mocht de bouwer het plan aanpassen aan het budget, zodat slechts één ding zeker was: de bouwer ging winst maken. Dit plan ging niet door omdat de gemeenteraad van Rotterdam, juli vorig jaar, de benodigde omvangrijke steun weigerde. Momenteel vinden velen dat het plan van toen te duur was. Geen verkeerde inschatting, want de kosten per zitplaats waren meer dan twee keer zo hoog als bij andere stadions in Europa.

Een groep supporters heeft enkele jaren geleden, in reactie op de plannen voor een nieuw stadion, de stichting ReddeKuip opgericht. De architecten daarvan ontwikkelden een plan om de oude Kuip te vernieuwen, met een derde ring erop. Zo kon men 63.000 bezoekers ontvangen – evenveel als Het Nieuwe Stadion. Ook op het gebied van skyboxen en andere zaken was de capaciteit gelijk aan die van Het Nieuwe Stadion. Beide plannen hadden ook gemeen dat het stadion geen dak zou krijgen. Een groot verschil was de prijs. Die van ReddeKuip bedroeg vorig jaar 120 miljoen euro, en ligt momenteel, na wat aanpassingen in het ontwerp, op 141 miljoen. Dat is nog steeds 2,5 keer zo goedkoop als Het Nieuwe Stadion zou zijn geworden. Maar ReddeKuip werd tot juli vorig jaar door Feyenoord niet serieus genomen.

Nieuwe koers

Feyenoord heeft vorig jaar augustus de koers wat verlegd. De club heeft drie ‘Verkenners’ aangesteld om alle mogelijkheden te onderzoeken. Er hebben zich zeven kandidaten gemeld, en de Verkenners hebben al hun plannen beoordeeld. Begin deze maand maakten ze de twee beste bekend: het nieuwste plan van ReddeKuip en een plan van bouwbedrijf BAM. De Verkenners hopen binnenkort de winnaar van de finale bekend te maken. En hoewel ze slechts adviseurs zijn, lijkt hun advies zwaarwegend te worden.

Deze ontwikkeling wordt in Rotterdam door velen toegejuicht, ook omdat beide finalisten de populaire Kuip de basis voor hun plan laten zijn. Toch moeten we ook kritisch blijven. De vraag is dan ook of Feyenoord echt geleerd heeft van de te grote ambities in het verleden.

Allereerst valt dan op dat de twee tot de finale toegelaten plannen goedkoper zijn dan het plan van vorig jaar. Het gaat om een daling van de kosten met meer dan 150 miljoen. Dat is positief.

Toch weer ambitieus

De Verkenners zijn erg ambitieus als het gaat om het ontwerp van het stadion. Ze lijken een voorkeur te hebben voor een stadion met een verschuifbaar dak en 70.000 plaatsen. In elk geval vertonen de tot de finale toegelaten plannen deze kenmerken, waarmee ze dus veel ambitieuzer zijn dan het plan voor Het Nieuwe Stadion.

Het voorgaande impliceert het eigenlijk al, maar het wordt hier nu ook even expliciet gezegd: ReddeKuip heeft, om aan de voorkeur van de Verkenners tegemoet te komen en zo in de race te blijven, ook een plan ingediend voor een stadion met verschuifbaar dak en 70.000 plaatsen. Maar de kosten stijgen door deze toevoegingen wel erg sterk, van 141 naar 206 miljoen. ReddeKuip heeft bij indiening dan ook gezegd dat het nieuwe plan niet haar voorkeur heeft; men prefereert het oorspronkelijke plan voor een stadion zonder dak. Het lijkt er dus op dat ReddeKuip nu in de finale met het tweede elftal moet spelen. Tegenstander BAM lijkt wel duidelijk in een dak te geloven, en speelt zo bezien wel met het eerste elftal. BAM is bij een stadion met de genoemde kenmerken ook iets goedkoper: 196 miljoen.

Waarom er geen subsidie voor een dak moet komen

De Verkenners vinden dat er niet meer zoveel steun van de gemeente kan worden gevraagd als vorig jaar. Enkele maanden geleden stelden ze dat de financiële steun wellicht beperkt moest blijven tot steun voor bijvoorbeeld een uitschuifbaar dak. Komende weken voeren de Verkenners overleg met de gemeente. Ze hopen bij het komende coalitieakkoord toezeggingen voor steun te krijgen. Wellicht zijn ze nu bezig om onder meer een speciale subsidie voor het dak te krijgen.

Als dat zo zou zijn, zou dat niet zinvol zijn. Ook zonder dak is een stadion van zeg 140 miljoen waarschijnlijk moeilijk rendabel te krijgen. Daarom kan subsidie voor die basisinvestering zinvol zijn. Maar steun die speciaal bedoeld is om een dak te bouwen is niet rationeel.

Een fictief voorbeeld kan dit verduidelijken. Stel eens dat de gemeente maximaal 30 miljoen euro beschikbaar wil stellen voor het stadion, via een gewone subsidie. Stel verder dat een stadion zonder dak 140 miljoen kost, en 10 miljoen subsidie nodig heeft om rendabel te zijn. Als er dan 30 miljoen subsidie komt, is de winst voor de club – die naar het elftal kan – 20 miljoen.

Stel vervolgens dat een stadion met dak 45 miljoen duurder is (bij een gelijk aantal zitplaatsen). Stel ook dat het dak op zich niet rendabel is: het levert (in dit vereenvoudigde cijfervoorbeeld) slechts 30 miljoen aan inkomsten op. Met andere woorden, het leidt zonder subsidie tot een verlies van 15 miljoen. Stel tenslotte dat de gemeente de beschikbare subsidie van 30 miljoen geheel koppelt aan de bouw van het dak. In dat geval levert het dak de club inclusief subsidie 15 miljoen winst op. De club zal het dak dus zeker bouwen. Maar in deze constructie wordt de basisinvestering van 140 miljoen niet meer gesubsidieerd, zodat bij deze investering een verlies van 10 miljoen blijft bestaan. Per saldo is de winst voor de club dan dus nog maar 5 miljoen. En dat is 15 miljoen minder dan de 20 miljoen die de club overhoudt aan een stadion zonder dak. En de reden voor die lagere winst is simpel: het dak is niet rendabel maar wordt toch gebouwd. Dat zou dus niet verstandig zijn.

Mocht het dak overigens wel rendabel zijn, dan wordt het ook zonder subsidie wel gebouwd, zodat ook in dat geval geen speciale subsidie nodig is. Er moet dus in elk geval geen speciale subsidie voor een dak komen.

Advies kan goede aanzet tot discussie zijn

De Verkenners hebben in het openbaar nog geen financiële onderbouwing van hun verregaande ambities gegeven. Dit terwijl toch volgens iedereen het uiteindelijke doel moet zijn om geld voor Feyenoord te genereren. De vraag mag dan ook gesteld worden of de Verkenners de financiële haalbaarheid van hun ambities afdoende getoetst hebben. Begin deze maand zeiden ze dat ze, voor zover ze de financiële aspecten al konden beoordelen, het idee hadden dat het winnende plan, voorzichtig gezegd, iets tussen de 10 en 20 miljoen per jaar voor het elftal zou opleveren. Maar een dergelijk bedrag is qua orde van grootte niet direct hoger dan het bedrag dat het plan zonder dak van ReddeKuip (volgens die organisatie) oplevert.

De vraag waarom er een dak moet komen blijft dus onbeantwoord. Hopelijk geven de Verkenners over enkele weken bij hun definitieve advies wel een financiële onderbouwing van hun keus voor een dak en een capaciteit van 70.000 plaatsen. Pas daarna kan er een openbare discussie komen. Dat zou betekenen dat het advies, zoals de Verkenners zelf ook al zeggen, inderdaad slechts een advies is. Het is geweldig dat het stadion geen 365 miljoen meer kost, maar ook 200 miljoen is mogelijk nog steeds te duur.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik