Back

Artikel

Home

Hervormingen in Spanje en Italië werpen nog geen vruchten af

20 jan 2016

De eurozonecrisis heeft zichtbaar gemaakt dat Zuid-Europese landen een wankele economische structuur hebben. Om weer volwaardig binnen de eurozone te kunnen meedraaien moest men drastisch het roer omgooien en talloze hervormingen in de economie doorvoeren. Maar wat is er van die hervormingen terecht gekomen en werpen zij ook vruchten af? De Rabo-economen Kalf en Wijffelaars nemen Spanje en Italië onder de loep en komen tot de conclusie dat er nog niet veel positief nieuws is te melden. Hervormingen doorvoeren in een laagconjunctuur is al een kunst op zich.

Hervormen in plaats van bezuinigen

In de afgelopen jaren is meermalen bepleit dat landen in Europa zich moeten richten op hervormen in plaats van bezuinigen (Stegeman, 2014 en Wijffelaars, 2014). Structurele hervormingen vergroten door een toename van het arbeidsaanbod of de (arbeids-) productiviteit namelijk de aanbodszijde van de economie en verhogen daardoor de (potentiële) BBP (bruto binnenlandse productie, zie box 1 Kalf & Wijffelaars, 2016 ). Op die manier leiden ze dus ook tot lagere tekort- en schuldratio’s, waar het bij de bezuinigingen ook om is te doen. In dit artikel kijken we naar hervormingen van arbeidsmarkt en product- en dienstenmarkten in Italië en Spanje, twee grote eurozonelidstaten met grote structurele uitdagingen. We concluderen dat ondanks de substantiële ingrepen, het positieve effect op het (potentiële) BBP-volume nog op zich zal laten wachten.

Arbeidsmarkthervormingen

Spanje

In de jaren na het uitbreken van de crisis is de arbeidsmarkt in Spanje flink hervormd. Verdere arbeidsmarkthervormingen zijn echter nog altijd nodig en het is maar de vraag of de nieuwe regering hier werk van zal maken (zie ook Kalf & Wijffelaars, 2015).

In de afgelopen jaren is de ontslagbescherming verduidelijkt en versoepeld, terwijl de ontslagvergoedingen zijn versoberd. Ook hebben bedrijfscao’s sinds 2012 prioriteit boven regionale of sectorale cao’s. Het IMF (IMF, 2015) stelt echter dat ontslagvergoedingen nog altijd tot de hoogste in Europa behoren. Het feit dat de werkgelegenheidscreatie sinds halverwege 2013 vooral tijdelijke contracten betreft, duidt ook op een nog steeds sterke dualiteit op de arbeidsmarkt (zie figuur 1). In een duale arbeidsmarkt zijn de vaste werknemers goed beschermd maar werknemers met tijdelijke contracten niet. Daarnaast stelt het IMF dat er nog juridische en administratieve onzekerheid bestaat over het gebruik van bedrijfscao’s omdat de wetgeving niet voldoende duidelijk is. Hierdoor maken nog maar weinig bedrijven gebruik van de mogelijkheid om af te wijken van sectorale cao’s en kunnen loon en productiviteitsgroei voor individuele bedrijven (nog steeds) uit elkaar lopen.

De twee linkse partijen in het Spaanse Parlement PSOE en Podemos hebben beloofd om verschillende arbeidsmarkthervormingen deels terug te draaien als zij aan de macht komen. Ook de beweging om meer regionale en bedrijfsspecifieke loononderhandelingen toe te staan, zou onder PSOE en Podemos onder druk kunnen komen te staan. Enkel Ciudadanos heeft in haar verkiezingsprogramma hervormingen opgenomen om de arbeidsmarkt verder te liberaliseren en dualiteit tegen te gaan, maar zij is de kleinste van de vier grote partijen in het nieuwe parlement.

Figuur 1: Index werkgelegenheid naar type contract

Bron: Macrobond, Rabobank

Italië

Italië is pas in 2015 daadwerkelijk begonnen de arbeidsmarkt te hervormen. Het land heeft daarbij wel veel aanbevelingen van het IMF ter harte genomen ( Kalf & Wijffelaars, 2016 ). Italië is er echter nog niet en het duurt mogelijk nog lang voordat de verwachte positieve effecten zichtbaar worden.

Om de rigiditeit op de arbeidsmarkt te verminderen, zijn richtlijnen omtrent zogenoemde ‘onrechtmatige’ ontslagen verduidelijkt en versoepeld. Ook is de compensatie bij onrechtmatig ontslag verlaagd. Daarnaast heeft de overheid verschillende maatregelen getroffen om de dualiteit op de arbeidsmarkt aan te pakken. De belangrijkste is dat er een nieuw contract is gecreëerd waarbij de ontslagbescherming groeit met de tijd in dienst. Dit zou de dualiteit aan moeten pakken. De ontslagbescherming is echter enkel afgenomen voor mensen die na 7 maart 2015 in dienst komen. De positieve effecten van het nieuwe systeem blijven dus nog lange tijd beperkt en werken mogelijk een nieuw soort dualiteit in de hand: namelijk die tussen werknemers met een contract voor en na 7 maart 2015.

Tot slot is de huidige regering momenteel in onderhandeling met vakbonden om het gebruik van meer gedecentraliseerde loononderhandelingen breder toe te staan en te stimuleren. Verwacht wordt dat zij voorjaar 2016 met een wetsvoorstel komt.

Hervormingen product- en dienstenmarkten

Spanje

Spanje heeft verschillende hervormingen gedaan om regeldruk en barrières voor bedrijven weg te nemen. De uitdagingen zijn echter nog altijd groot en de verwachtingen voor hervormingen op dit vlak onder de volgende regering zijn gematigd.

Met de introductie van de zogeheten Market Unity Law is eind 2013 op papier een begin gemaakt met het wegnemen van de groeibarrières voor bedrijven. De implementatie laat echter nog te wensen over en zou dan ook moeten worden versneld. De belastinghervorming in 2015 uniformeert de belastingtarieven voor bedrijven, een van de remmers van bedrijfsgroei, maar er is nog een lange weg te gaan. Al met al is in Spanje in de jaren 2009-2013 enige vooruitgang geboekt in het hervormen en liberaliseren van de product- en dienstenmarkten (zie figuur 2), maar de barrières voor ondernemerschap blijven hoog.

De uitgaande Partido Popular en nieuwkomer Podemos hebben zich in de verkiezingsstrijd niet uitgelaten over hervormingen op dit vlak. De PSOE geeft in haar verkiezingsprogramma wel aan hier naar te zullen kijken, maar in het verleden heeft ze in dit kader niet veel gedaan. Alleen Ciudadanos heeft zich sterk op hervormingen geprofileerd maar bezit slechts 40 van de 350 zetels.

Figuur 2: Productmarktregulering 2013

 

Bron: OESO

Italië

In Italië is in de afgelopen jaren (op papier) beduidend meer gedaan om de structurele problemen in product- en dienstenmarkten aan te pakken. In de praktijk is er echter nog maar weinig verbetering zichtbaar. Beleid om hier verandering in aan te brengen is aangenomen, maar resultaat zal nog lang op zich laten wachten.

Om concurrentie te bevorderen heeft de mededingingsautoriteit een adviserende rol gekregen in het wetgevingsproces. Sinds 2009 moet de overheid in samenwerking met de mededingingsautoriteit jaarlijks ook een concurrentiewet opstellen. In 2015 is dit voor het eerst ook daadwerkelijk gedaan. Deze wet leidt tot substantiële ingrepen in vooral dienstenmarkten. Zo voorziet de wet van 2015 in het vergroten van de transparantie in de verzekeringssector, verschillende liberalisaties in juridische beroepen (bijvoorbeeld advocaten en notarissen), het versoepelen van eigenaarschap van apotheken, liberalisering van luchtvaart en havens en van brandstofdistributienetwerken (waaronder pompstations). Daarnaast dwingt de centrale overheid met de Stabiliteitswet van 2015 de privatisering en openbare aanbesteding voor staatsbedrijven af en zijn een aantal nutsbedrijven, waaronder energiebedrijf ENEL geprivatiseerd en zijn lokale diensten geliberaliseerd.

Zoals beschreven is er in Italië in de afgelopen jaren op papier veel ten goede veranderd op het gebied van product- en dienstenmarktenregulering. Hierdoor is de score van productmarktregulering, die al onder het Europese gemiddelde lag, in 2013 verder verbeterd (figuur 2). In de praktijk is de verbetering echter maar mondjesmaat zichtbaar. Voor een deel komt dit door het wijdverspreide probleem van corruptie, maar voor een groot deel ook doordat het implementatietraject van wetten in Italië vaak lang duurt. Wetten worden door de centrale overheid aangenomen maar implementatie en uitvoering liggen doorgaans bij (veelal inefficiënte) lagere overheden. De centrale overheid probeert dit te verbeteren door meer beleid te centraliseren en het openbaar bestuur te hervormen maar de omvang en traagheid van de Italiaanse publieke sector voorspellen een langdurig traject.

Effect van de hervormingen

Men zou verwachten dat de hervormingen in de afgelopen 5 jaar een positieve bijdrage hebben geleverd aan het potentiële BBP in Spanje en Italië. Vooral in Spanje, dat eerder is begonnen met hervormen, zouden de baten hiervan al zichtbaar moeten zijn. Maar wat is van die verwachting uitgekomen?

Als we kijken naar de ontwikkeling van het BBP-volume in de afgelopen jaren, valt op dat beide landen een positieve bijdrage hebben gehad van een verhoogd arbeidsaanbod (zie participatie/demografie in figuur 3), dat deels door hervormingen zou kunnen zijn gedreven. De effecten zijn echter mager: 1,4% BBP-volumegroei voor Italië en 1% voor Spanje. Op het gebied van productiviteit zien we echter überhaupt geen positieve signalen. De totale-factorproductiviteit (TFP) [1] laat al twee decennia een dalende trend zien (figuur 4). Ondanks de hervormingen in de afgelopen jaren is deze trend (nog) niet gekeerd.

Figuur 3: Bescheiden bijdrage arbeidsaanbod 2009 – 2013

Bron: TCPB, 2015

Figuur 4: terugval in productiviteit Spanje en Italië

Bron: Total Economy Database, Macrobond, Rabobank

Geduld

Hoe moeten we het gebrek aan vooruitgang in potentieel arbeidsaanbod en productiviteit interpreteren? Mogelijk hebben hervormingen simpelweg meer tijd nodig voordat ze volledig renderen Ook zou het kunnen suggereren dat beide landen simpelweg te weinig hebben hervormd in de afgelopen jaren. Het IMF (IMF, 2015) blijft erg kritisch op beide landen en er is nog een lange weg te gaan.

Het is echter ook denkbaar dat hervormingen nauwelijks renderen in een omgeving van laagconjunctuur. Wat opvalt in figuur 3 is dat de werkloosheid fors negatief bijdraagt aan de BBP-volumeontwikkeling. De stijgende arbeidsparticipatie gaat dus gepaard met een stijgende werkloosheid omdat er in de huidige laagconjunctuur geen ruimte is om het extra arbeidsaanbod te absorberen. Tegelijkertijd leiden hervormingen in product- en dienstenmarkten in een krimpende of stagnerende economie minder snel tot meer concurrentie en productiviteitsstijgingen dan wanneer de economie bloeit. Er zullen namelijk minder bedrijven opstarten of groeien. De kans op winst is tijdens een laagconjunctuur uiteraard kleiner en het is vaak lastiger om aan krediet te komen.

Gezien de laagconjunctuur waarin beide landen zich bevinden zullen de baten van hervormingen nog even op zich laten wachten.

Voetnoten

[1] TFP is toegevoegde waarde die niet kan worden toegeschreven aan de inzet van kapitaal of (kwaliteitsverbetering) van arbeid.

Referenties:

CPB (2015). Labour market adjustments during the Great Recession: an international comparison. CPB Background Document.

IMF (2009), Italy 2008 Article IV Consultation.

IMF (2010), Italy 2010 Article IV Consultation.

IMF (2011), Italy 2011 Article IV Consultation.

IMF (2012), Italy 2012 Article IV Consultation.

IMF (2014), Italy 2014 Article IV Consultation.

IMF (2015), Italy 2015 Article IV Consultation.

IMF (2009), Spain 2008 Article IV Report.

IMF (2010, Spain 2010 Article IV Report.

IMF (2011), Spain 2011 Article IV Report.

IMF (2012), Spain 2012 Article IV Report.

IMF (2013), Spain 2013 Article IV Report.

IMF (2014), Spain 2014 Article IV Report.

IMF (2015), Spain 2015 Article IV Report.

Kalf, J.M., Wijffelaars, M. (2015) Verkiezingen Spanje: nieuwe partijen, nieuw beleid?. Rabobank.

Kalf, J. en M. Wijffelaars (2016). Veelbelovende hervormingen Spanje en Italië; maar baten komen later. Rabobank.

Moody’s (2015). Economic Benefit of Structural Reforms Is Positive, But Potentially Smaller Than Commonly Reported.

Stegeman, H., Badir, M. en M. Weernink (2014).Het groeiperspectief van de Eurozone. Rabobank.

Vargas, J., en J. in ‘t Veld (2014). The potential growth impact of structural reforms in the EU: A benchmarking exercise. Economic Papers 541. Europese Commissie.

Wijffelaars, M. (2014). Europese begrotingsregels: feit of fabel?. Rabobank.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik