Back

Artikel

Home

Heldere norm voor defensie wenselijk

25 sep 2014
Onderwerpen: Publieke sector

De defensieorganisatie piept en kraakt in al zijn voegen en het roer moet om, aldus Raymond Gradus. Als Nederland vrede en veiligheid echt prioriteit wil geven dan is een aanzienlijke impuls noodzakelijk en ook een heldere begrotingsnorm om te laten zien dat het echt menens is met onze bijdrage aan de internationale vrede.

Defensie kraakt

Kort na de Tweede Wereldoorlog zat de schrik er nog goed in en was het duidelijk dat we onze landsverdedigingstaak hadden verzaakt. Ondanks dat in de opbouwjaren er vele noden waren was er brede consensus dat de defensie-uitgaven op peil moesten blijven. In het begin van de jaren vijftig steeg de collectieve uitgavenquote voor defensie van rond de 4% naar bijna 5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). [1] Eind jaren vijftig is dit echter gedaald tot 3% van het BBP. Het relatieve aandeel van defensie bleef daarna in de Koudeoorlogsjaren ruim twintig jaar stabiel en bleef schommelen rond de 3% van het BBP. Vooral na de val van de Berlijnse muur is de daling voortgezet. Op dit moment is de defensiequote net iets meer dan 1% BBP (1,1% BBP in 2013). Inmiddels piept en kraakt de defensieorganisatie in al haar voegen. Defensie kan nog maar één grote missie aan en het is maar de vraag of zij een substantiële en langjarige bijdrage kan leveren aan de noodzakelijke strijd tegen de Islamitische Staat (IS).

Ook in andere landen een daling van de defensie-uitgaven

Uitgezonderd de VS is de Nederlandse situatie van (voortdurend) dalende defensiequota internationaal geen uitzondering. Figuur 1 waarin de defensie uitgaven als percentage van het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, VS en VK worden getoond, laat dit zien. In deze figuur worden deze quota sinds het begin van de NATO (1949) voor zover bekend weergegeven. [2]

Figuur 1: Vergelijking defensiequote (als % BBP) VS, VK, Nederland, Duitsland, Frankrijk en België

Vergelijking defensiequote (als % BBP) VS, VK, Nederland, Duitsland, Frankrijk en België

bron data: SIPRI

De uitgaven van defensie van de Zuider- en Oosterburen zijn een fractie lager dan onze uitgaven. Maar ook Frankrijk en het VK, dat altijd belangrijke defensiemachten zijn geweest, zien hun uitgaven in percentage van het BBP fors dalen met name na de jaren tachtig. Overigens voldoen beide landen nog wel aan de binnen NAVO afgesproken norm, dat ten minste 2% van het BBP voor defensie wordt uitgegeven. Een situatie waaraan Nederland (en dus ook België en Duitsland) al jaren niet meer aan voldoen. Voor de VS geldt dat de hoge defensiequote van Korea-oorlog (13%) en de Koudeoorlog (6%) al lang verlaten zijn. Begin deze eeuw is de Amerikaanse defensiequote weer opgelopen met name vanwege de oorlog tegen het terrorisme. Onder president Obama vindt echter weer een beleidswijziging plaats en zien we weer een daling. Belangrijk is ook de argumentatie van Obama die fijntjes wijst op de onevenwichtigheid binnen de NAVO en die Europa vraagt zijn eigen veiligheid te garanderen. Dit ook in de wetenschap dat veel landen in Europa sinds de eurocrisis hun defensie-inspanning verder hebben teruggebracht.

Een heldere norm noodzakelijk

Het is goed dat bijna alle politici inzien dat er te veel op defensie is bezuinigd en dat nu een keer wordt gemaakt. Echter de extra uitgaven in 2015 van 100 miljoen euro –net iets meer de groei van het BBP in 2015– is in mijn ogen vooral een doekje voor het bloeden. Het is terecht dat de CDJA-jongeren Terpstra en de Vries aangeven dat veel meer nodig is om defensie haar (grondwettelijke) taken waar te laten maken (zie Terpstra en de Vries (2014)). [3] Dit vraagt uiteraard om een onderbouwing van wat nodig is. Maar in mijn ogen is ook een heldere norm nodig om te voorkomen dat het belang van defensie weer ondersneeuwt. Want het gevaar is levensgroot dat als de spanningen in de wereld afnemen of dat als er een nieuwe budgettaire crisis komt de bescherming van ons grondgebied en de internationale rechtsorde weer onderaan de prioriteitenlijst komt te staan. Gezien de tekorten die er zijn, is een trendmatige groei van de Nederlandse defensie-uitgaven die (fors) uitgaat boven de groei van het Bruto Binnenlands Product daarom noodzakelijk, met als streven om – op termijn – volledig te voldoen aan de NAVO-norm van 2% BBP.[4] In de tussenliggende periode zou een jaarlijkse stijging van defensie-uitgaven met 5 procent noodzakelijk zijn. Jaarlijks gaat het om een extra bedrag van circa 400 miljoen euro. Dit lijkt veel geld maar is minder dan de helft van het geld dat departementen jaarlijks extra aan materiële uitgaven kunnen uitgeven zoals reizen en gebouwen.

Als we vrede en veiligheid echt prioriteit willen geven dan is een aanzienlijke impuls noodzakelijk en ook een heldere begrotingsnorm om te laten zien dat het echt menens is met onze bijdrage aan de internationale vrede.

* Dit artikel is in verkorte vorm verschenen in Het Financieele Dagblad van 25 september 2014

Voetnoten

  1. Zie Bos (2006). Voor latere jaren is in verband met de vergelijkbaarheid volstaan met cijfers uit het CEP 2014. In MEV 2015 zijn alleen reeksen van 2002-2015 opgenomen en hierin is rekening gehouden met de revisie. Het CPB zal overigens nog de langjarige reeksen voor de overheidsuitgaven aanpasen, maar voor de defensie zijn de verschillen (waarschijnlijk) beperkt.
  2. Gebaseerd op Military Expenditure Database van Stockholm International Peace Research Institute. De cijfers (voor Nederland) wijken overigens marginaal af van de cijfers zoals die door het CPB worden gehanteerd.
  3. Zie Julius Terpstra en Wouter de Vries, Op de fiets tegen IS? Echt niet!, Opinie&Debat Volkskrant, 11 september
  4. Dit was ook een aanbeveling van WI CDA (2007).

Referentie

Bos, F. (2006) De Nederlandse collectieve uitgaven in historisch perspectiefCPB Document No 109, Den Haag.

Wetenschappelijk Instituut CDA (2007). Zo ver de wereld strekt: ambities voor de Nederlandse krijgsmacht in een veranderende internationale omgeving. WI CDA: Den Haag.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik