Back

Artikel

Home

Gevaar voor stagflatie als G-20 top valutaoorlog niet voorkomt

22 okt 2010
Onderwerpen: Macro-economische politiek
De G-20 top staat in het teken van protectionistische maatregelen en pogingen van veel landen om de eigen munt te verzwakken. Als de G-20 in Seoul niet tot overeenstemming komt om een valutaoorlog te vermijden, dan is een herhaling van de stagflatie uit de jaren zeventig niet ondenkbaar, stellen Sylvester Eijffinger en Edin Mujagic.

Verdeeldheid

Vandaag en morgen 22 en 23 oktober komen de ministers van Financiën van de G-20 landen weer bijeen. Een paar maanden vergaderden ze ook al. Met een reden. Dankzij de economische crisis hebben ze nu eenmaal veel te bespreken. De aanstaande ontmoeting, in Seoul, zal echter belangrijker zijn dan veel voorgaande bijeenkomsten. Hoe eensgezind de G-20 op zijn minst leek te zijn aan het begin van de crisis, zo verdeeld is de groep nu. De laatste weken komt dat duidelijk tot uiting in het valutabeleid van de G-20 landen.

Na een jarenlange afwezigheid meldde Japan zich onlangs op de valutamarkt. De centrale bank en het ministerie van Financiën hebben geïntervenieerd om de koers van de yen ten opzichte van de dollar te verzwakken en zo de exporten te stimuleren. Japan vond dat de yen veel te sterk is geworden en dat het economisch herstel in het land van de rijzende zon in gevaar bracht.

Reeds eerder begon het lange tijd sluimerende conflict tussen de VS en China over de volgens de Amerikanen kunstmatig zwakke yuan, heviger te worden. In het Amerikaanse congres is een wet in de maak die een heffing introduceert op Chinese exporten naar de VS om dat vermeende koersvoordeel op te heffen. Brazilië, Zuid-Korea, Thailand en andere Aziatische landen zijn slechts voorbeelden van een steeds langer wordende lijst van opkomende landen die de koers van de eigen munt probeert de manipuleren. Bovendien beperken de landen zich inmiddels niet meer tot interventies op de valutamarkten maar grijpen ook naar de veel schadelijker restricties die de kapitaalstromen ontregelen.

Verzwakken dollar

Al die valutamarktinterventies en kapitaalrestricties zijn niet zomaar uit de lucht komen vallen, maar zijn het directe gevolg van het Amerikaanse budgettaire en monetaire beleid dat overduidelijk is gericht op het verzwakken van de dollar. De Amerikaanse overheid maakt geen aanstalten het begrotingstekort te beteugelen, zoals Europa doet. De Federal Reserve System heeft al voor 1.700 miljard dollars hypotheekschulden en staatsobligaties gekocht en gaat begin november nog eens waarschijnlijk 1.000 miljard aan extra staatsobligaties opkopen. De Amerikaanse centrale bank komt er tegenwoordig zelfs openlijk voor uit dat zij een hogere inflatie zou verwelkomen. En een zwakkere dollar past daar perfect bij. Voorzitter Ben Bernanke, dé expert van de Grote Depressie, vindt dat de scherpe dollardaling toen en de bijbehorende hoge inflatie de oplossingen zijn geweest toen. Die weg wil hij nu ook bewandelen vanwege zijn vrees voor een ‘double dip’.

Pogingen van veel landen om de eigen munt te verzwakken ten opzichte van de dollar, wat een Braziliaanse minister omschreef als ‘valutaoorlog’, staan echter niet op zichzelf. Die valutaoorlog is onderdeel van een veel meer zorgwekkende trend, namelijk de terugkeer van het protectionisme. Uit een overzicht van de Londense denktank Centre for Economic Policy Research (CEPR) blijkt dat sinds de eerste crisisontmoeting van de G-20 in 2008, gemiddeld elke dag een protectionistische maatregel is genomen. Niet alleen de G-20 landen, maar nagenoeg alle landen doen volop mee.

Tegenmaatregelen

Protectionisme lokt bovendien nieuw protectionisme uit wanneer getroffen handelspartners tegenmaatregelen treffen. Dat kan zelfs de economische grootmachten, zoals de eurozone en de VS, overkomen. Door het Amerikaanse beleid zwakt de dollar af, maar omdat veel andere landen hun munt gekoppeld houden aan de dollar of via valutamarktinterventies daarvoor zorgen, is de euro de enige uitlaatklep daarvoor. De euro is daarom de afgelopen weken veel sterker geworden. Het is echter een kwestie van tijd voordat uit alle hoeken van Europa geklaag te horen zal zijn. Als de Amerikanen dan geen bakzeil halen, en niets wijst erop dat ze dat zullen doen, dan is het nog maar een kleine stap naar Europese tegenmaatregelen.

Dat is zorgwekkend omdat de Grote Depressie van bijna een eeuw geleden is vooral uit de hand gelopen door protectionistisch beleid. Dat het protectionisme nu terug is op het wereldtoneel betekent niet dat we een nieuwe Grote Depressie mee hoeven maken op de korte termijn. Het betekent wel dat de trend van de afgelopen drie decennia omslaat. De internationale handel is sinds begin jaren tachtig veel vrijer, en dus efficiënter en goedkoper, geworden. Dat heeft de economische groei in de wereld gestimuleerd en de inflatie beperkt. Meer protectionistische maatregelen en onenigheid en zelfs fricties tussen economische giganten nu, zal de economische groei omlaag maar de inflatie omhoog drukken de komende jaren. Tel daarbij het feit dat de Fed er tegenwoordig niet eens meer probeert te verhullen dat die een hogere inflatie nastreeft, dan is de perfecte inflatiecocktail klaar. Als de G-20 in Seoul niet tot overeenstemming komt om de valutaoorlog te vermijden, dan is een herhaling van de stagflatie uit de jaren zeventig zeker niet ondenkbaar.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik