Back

Artikel

Home

Excuses zijn gratuit zonder retournering Indonesische herstelbetalingen

22 feb 2022
Onderwerpen: Economisch denken, Internationale handel

Premier Rutte heeft ternauwernood, 75 jaar na de landing van de eerste Nederlandse militairen op Java in februari 1946, zijn spijt betuigd. Hiermee lijkt de Nederlandse staat definitief erkend te hebben dat de koloniale oorlog onjuist was. Die excuses zijn evenwel gratuit zolang de betalingen die Indonesië krachtens de in 1949 plaatsvindende soevereiniteitsoverdracht diende te betalen niet terugbetaald zijn.

Inleiding

Als bekend riep Soekarno, door Japan in 1942 bevrijd uit Nederlands gevangenschap, op 17 augustus 1945 de Indonesische onafhankelijkheid uit. Nog geen negen maanden na Bevrijdingsdag gingen de eerste Nederlanders - getraind om het tegen Japanners op te nemen - scheep om hier een einde aan te maken. Op 27 december 1949 leek de daarmee ontketende koloniale oorlog evenwel mislukt. Driehonderddertig jaar na stichting van Batavia in 1619, moest Nederland Indië (op Nieuw-Guinea na) verlaten. De soevereiniteit werd overgedragen aan president Soekarno en vicepresident Mohammed Hatta, die ook al geïnterneerd was geweest door Nederland. Toch was er niet voor niets gevochten. Wat zelden in de geschiedboeken vermeld wordt, werd wel onder het oog gebracht door onder andere historici Lambert Giebels (2000) en Anne-Lot Hoek en Ewout van der Kleij (2020).

Herstelbetalingen aan Nederland

Zij wezen erop dat Nederland herstelbetalingen van Indonesië bedong. De nieuwe republiek werd door Nederland met succes verantwoordelijk gehouden voor, dixit Giebels, “de totale schuldenlast van het voormalige Nederlands-Indië”. En als het aan minister-president Drees had gelegen, hadden de inlanders daarbij ook te betalen voor de eigen bezetting, want “de getroffen maatregelen tot herstel van orde en rust (…) [waren] in het belang van Indonesiërs geweest”. Dat nu ging zelfs de Amerikanen te ver, waarna de schuldenlast dan maar vastgesteld werd op 4,5 miljard gulden (exclusief de op twee miljard gulden begrote politieacties).

Kortom, Nederland verloor de oorlog, maar won de vrede.

Een en ander werd vastgelegd in de Finec, de financieel-economische regeling van de soevereiniteitsoverdracht. Afgaand op het omrekenapparaat van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), staat dat gelijk aan circa 15 miljard euro heden ten dage. Dat was overigens niet het enige financiële vredesvoordeel voor Nederland. Meest in het oog springende is de omstandigheid dat Nederland bevoorrecht handelspartner werd. Indonesië had via Nederland naar Europa te exporteren. En vooral konden alle winsten van in de Oost gevestigde Nederlandse bedrijven vrijelijk terugvloeien naar Nederland. Kortom, Nederland verloor de oorlog, maar won de vrede. Indonesië betaalde tot 1957 bijna vier miljard gulden. Het kon ook anders. De schulden van Duitsland werden in Londen in 1953 voor de helft kwijtgescholden. Het ene land was het andere niet.

Slot

Maar nu is er dan een excuus van het hoofd van het Nederlandse kabinet. Dat biedt perspectief indien de spijtbetuiging oprecht is, of zo moet lijken. Tenminste dient het in 1949 bedongen geld geretourneerd. De tegenwerping dat het inmiddels wel erg lang geleden is, snijdt daarbij geen hout. Dat is immers uitsluitend de schuld van de Nederlandse staat. Bovendien dienen de Grieken, inclusief de eerst na de eurocrisis geborenen, tot minstens 2059 de schulden aan het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) terug te betalen. Als crediteur heeft Nederland nooit moeite geld te ontvangen krachtens decennia geleden aangegane verplichtingen. Evenmin heeft Nederland moeite oorlogsmisdadigers uit andere landen in Den Haag te berechten, hoelang geleden ook de misdaden plaatsgrepen. In spijtbetuiging is het niet al te best, maar het hoge woord is er na driekwart eeuw en dertien minister-presidenten later dan uit. Nu die vijftien miljard euro nog.

Referenties

Lambert Giebels (2000), De Indonesische injectie, de Groene Amsterdammer nr. 1.

Anne-Lot Hoek en Ewout van der Kleij (2020), De prijs van de onafhankelijkheid, de Groene Amsterdammer nr. 34.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik