Back

Artikel

Home

Draghi laat een verdeelde en ineffectieve ECB achter

14 nov 2019
Onderwerpen: Monetair beleid
Tot ieders verrassing had Draghi onlangs het opkoopprogramma van de ECB weer opgestart, waarover grote verdeeldheid binnen en buiten de ECB ontstond. Volgens Eijffinger en Van Wensveen is de ECB hard aan een evaluatie toe die zijn opvolger Lagarde snel moet uitvoeren omdat het Draghi de stabiliteit in de eurozone bewust heeft ondergraven. Het opkoopprogramma moet stop gezet worden en Europese landen moeten maatregelen nemen die een hernieuwde crisis uitsluiten.

Verdeelde ECB

Mario Draghi heeft een diep verdeelde ECB achtergelaten door niet alleen de depositorente in september weer te verlagen, maar ook het opkoopprogramma van overheidsobligaties voor onbepaalde tijd opnieuw op te starten. Hij heeft daarmee over zijn graf willen regeren en zijn opvolger niet de vrijheid gelaten om zelf de monetaire beleidsstrategie te evalueren en te bepalen. De belangrijkste leden van het ECB-bestuur, waaronder de Duitse en Franse centrale bankpresidenten, zijn het niet eens met zijn laatste, desperate poging om de inflatie richting twee procent te krijgen door het nog maar kort geleden beëindigde opkoopprogramma te reactiveren en hebben daar, zeer uitzonderlijk, openbaar uiting aan gegeven. Draghi heeft daarmee een groot schisma binnen het ECB-bestuur veroorzaakt.

Evaluatie ECB

De roep om evaluatie van de inflatiedoelstelling en het toegepaste monetaire instrumentarium klinkt inmiddels alom. 95 procent van door Reuters ondervraagde economen denkt dat het beleid van Draghi niet werkt. Gelukkig heeft Draghi’s opvolger, Christine Lagarde, al toegezegd zo’n beleidsevaluatie uit te zullen voeren. Om te beginnen moet de ECB erkennen dat een inflatiedoelstelling “dicht bij 2%” niet exact te sturen is en een ruimere bandbreedte rondom deze doelstelling overwogen moet worden. Dat is de mening van de DNB-president Klaas Knot.

De ECB is veel te lang doorgegaan met renteverlagingen en met het toenemend bekritiseerde opkoopprogramma.

De heroverweging moet dieper gaan en de principiële vraag stellen in hoeverre monetaire expansie überhaupt in staat is inflatie tot stand te brengen. Inflatie is immers het gevolg van schaarste in het reële productieproces waardoor een algemene prijsstijging ontstaat. Geldcreatie kan zo’n prijsstijging op zich niet veroorzaken, hooguit faciliteren. Men kan het paard naar de beek brengen, maar niet dwingen te drinken. Omgekeerd is monetaire verkrapping wel in staat een algemene prijsstijging te beteugelen. Dit was tot enkele decennia geleden een succesvol middel tegen de algemene prijsstijging. Een monetaire inflatiedoelstelling moet naar onze mening daarom alleen een bovengrens aan de inflatie aangeven, geen bandbreedte en geen ondergrens.

Krampachtig

De ECB heeft onder Draghi te krampachtig vastgehouden aan “dicht bij 2%”, terwijl zij juist de vrijheid heeft om zelf invulling te geven aan haar mandaat van prijsstabiliteit. Zij is veel te lang doorgegaan met renteverlagingen en met het toenemend bekritiseerde opkoopprogramma. De liquiditeit die daardoor werd gecreëerd zou, zo werd aangenomen, met enige vertraging de reële economie bereiken en daar bestedingen aanwakkeren. De realiteit was echter dat het BBP, dat al vóór de eerste obligatieaankopen weer steeg, zich opvallend onafhankelijk van de geldinjecties bleef ontwikkelen en alleen in een specifieke beleggingscategorie, de woningen, forse prijsstijgingen te zien gaf.

De bijwerking van de renteverlagingen richting nul procent was een ernstige aantasting van de rentabiliteit van de beleggingen van pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, banken en spaarders, die allemaal tot een hogere risicobereidheid gedwongen werden om hun rendementen nog enigszins op peil te houden. Daarmee heeft de ECB haar doelstelling van de financiële stabiliteit in de eurozone bewust zelf ondergraven.

Overkill geld

Het aankoopprogramma van de ECB heeft ook geleid tot een ‘overkill’ in de totale Europese geldvoorziening. Dit blijkt uit de weekstaten van de ECB. Zeer recent bedroeg de balanspost effecten die voor monetaire doeleinden waren aangekocht niet minder dan € 2607 miljard. Daartegenover stonden echter saldi van Europese banken bij de ECB van niet minder dan € 1832 miljard. Dat betekent dat een bedrag gelijk aan 70 procent van de effectenaankopen gestald staat bij de ECB, bijna renteloos omdat de banken er geen aanwending voor kunnen vinden in de kredietverlening aan het bedrijfsleven of op de geldmarkt. Dit is dus ‘idle money’. Ter vergelijking: ultimo 2014, vóórdat de effectenaankopen begonnen hadden zij slechts een vijfde, € 367 miljard bij de ECB gestald.

Het is duidelijk dat het hervatte opkoopprogramma totaal overbodig is voor een voldoende geldvoorziening in de eurozone en zo spoedig mogelijk gestopt zou moeten worden. Gezien de aankondiging door Draghi in september dat het programma voor onbepaalde tijd wordt voortgezet is dat echter niet direct uit te voeren omdat de financiële markten dan te negatief zullen reageren.

Lagarde aan zet

Daarom zal ECB-president Christine Lagarde de markten toch geleidelijk op stopzetting moeten voorbereiden door uit te dragen dat de ECB inmiddels ruimschoots voor liquiditeit heeft gezorgd, de negatieve rentecurve de crisisbestendigheid van de eurozone ondermijnt en dat de Europese regeringen meer maatregelen moeten nemen om de crisisbestendigheid te verhogen.

Laat Lagarde zich maar eerst bezighouden met het onder Draghi ontstane schisma binnen het ECB-bestuur dat de reputatie van de ECB zeer beschadigd

Daarop heeft zij recentelijk een voorschot genomen door de Duitse en Nederlandse regeringen opgeroepen heeft om meer te investeren, maar nog niet de Franse en Italiaanse regeringen aangemoedigd heeft om vaart te maken met hun structurele hervormingen in belang van de eurozone op lange termijn. Waartegen de Nederlandse minister van Financiën Wopke Hoekstra zich direct meende te moeten afzetten met het verweer dat Nederland al een voldoende expansief beleid voert. Hoe durft hij! Ons begrotingsoverschot wordt geschat op niet minder dan € 11 miljard in 2019 en het aangekondigde grote investeringsfonds van wellicht € 50 miljard is volgens Lagarde niet meer dan een ballon in de lucht.

Het past de nieuwe ECB-president niet zo’n expliciete kritiek op de Duitse en Nederlandse regeringen te uiten, terwijl zij de Franse en Italiaanse regeringen niet aanspreekt op structurele hervormingen. Recentelijk heeft de Franse regering de pensioenhervorming weer uitgesteld. Bovendien loopt zij het risico dat de Europese politici zich gaan uitspreken op het opnieuw hervatte opkoopbeleid van de ECB en daarmee de onafhankelijkheid van de ECB ondergraven. Laat Lagarde zich maar eerst bezighouden met het onder Draghi ontstane schisma binnen het ECB-bestuur dat de reputatie van de ECB zeer beschadigd heeft en een onafhankelijke evaluatie uitvoeren van de monetaire beleidsstrategie van het opkoopprogramma en de extreme verlagingen van de depositorente. Zo’n beleidsevaluatie heeft in het laatste decennium niet heeft plaatsgevonden en is echt noodzakelijk.

* Een verkorte versie van dit artikel verscheen reeds eerder in het Financieele Dagblad van 14 november 2019

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik