Back

Artikel

Home

Donner’s AOW-notitie is niet erg eerlijk

22 jun 2009
Dossiers: Pensioen
Onderwerpen: Openbare financiën, Pensioen
De verhoging van de AOW-leeftijd wordt als een maatregel gepresenteerd door minister Donner waarmee de betaalbaarheid van het pensioenstelsel wordt gegarandeerd. De Tilburgse econoom Harrie Verbon plaatst hier een aantal kritische vraagtekens bij. Minister Donner presenteert niet de hele waarheid en miskent dieperliggende problemen die niet door de verhoging van de AOW-leeftijd worden opgelost.

Rekensom Donner

Het kabinet wil de AOW-leeftijd verhogen, maar had tot voor kort nauwelijks enige argumentatie. Minister Donner heeft een AOW-notitie geschreven die in dat gebrek moet voorzien. Helaas is de notitie niet erg eerlijk. Neem het bekende vergrijzingsargument over de betaalbaarheid van de AOW: als het aantal gepensioneerden verdubbelt, en de AOW-uitkering is welvaartsvast, dan verdubbelt ook de uitgavendruk van de AOW. Deze rekensom wordt ook door Donner gemaakt. In euro’s van nu zullen de uitgaven oplopen van ruim 25 miljard euro nu tot 50 miljard in 2040, rekent de minister ons voor.

Verdubbeling AOW-ers – verdubbeling lasten?

Wat Donner verzwijgt is dat in de afgelopen 40 jaar het aantal gepensioneerden ook al verdubbeld is namelijk van een naar twee miljoen personen. De uitgaven aan de AOW zijn in die periode echter niet verdubbeld. We geven als percentage van ons nationaal inkomen nu zelfs minder aan de AOW uit dan in 1980. Als de AOW welvaartsvast zou zijn gebleven de afgelopen dertig jaar, zouden de AOW-uitgaven nu al meer dan het door Donner gevreesde bedrag van 50 miljard hebben bedragen. Er is dus al voor 25 miljard euro bezuinigd op de AOW (en bedenk wel dat deze 25 miljard ieder jaar uitgespaard wordt). Daarmee vergeleken is de 4 miljard euro (per jaar) die een verhoging van de AOW-leeftijd volgens dit kabinet zou moeten opbrengen, een schamel bedrag.

Krimpende beroepsbevolking?

Ondanks een verdubbeling van het aantal gepensioneerden zijn de afgelopen dertig jaar de AOW-uitgaven niet gestegen. Dat gaat de komende dertig jaar dus ook niet gebeuren. Maar, en hier komt Donner met een volgend argument, een kleiner aantal belastingbetalers moet de AOW-lasten opbrengen. De potentiële beroepsbevolking, dat is het aantal mensen tussen de 20 en 65 jaar oud, zal met één miljoen personen afnemen. Hier verzwijgt Donner echter een ander feit: het percentage van de potentiële beroepsbevolking dat feitelijk werkt is de laatste twee decennia gestegen van 66 naar 74. Er is wel enige reden om aan te nemen dat dit percentage verder zal toenemen. Als deze participatiegraad verder stijgt naar 80% in 2040, dan is de feitelijke beroepsbevolking van 2040 nagenoeg even groot als de huidige beroepsbevolking. Als we dan de komende dertig jaar even ‘genereus’ zijn voor onze bejaarden als we de afgelopen dertig jaar zijn geweest, kun je eenvoudig uitrekenen dat in 2040 de werkenden geen enkele euro extra aan de AOW hoeven te betalen.

Langer leven verhoogt uitgaven AOW?

Een volgende reden voor een verhoging van de AOW-leeftijd die Donner in zijn notitie aanhaalt, is dat we langer leven. Het ligt dan voor de hand dat we ook langer werken in plaats van langer van de AOW te genieten. Dit argument zou hout kunnen snijden als de AOW-uitkering nu even hoog zou zijn als dertig jaar geleden. Dertig jaar geleden kreeg een 65-jarige een AOW-uitkering die in euro’s van nu ruim 20.000 euro bedroeg. Gezien de levensverwachting van toen zou hij of zij daar vijftien jaar van moeten leven. De 65-jarige van 2009 zal gemiddeld nog negentien jaar leven, maar krijgt een AOW van zo’n 10.000 euro. Als toekomstige bejaarden evenveel AOW-gelden zouden moeten krijgen als de bejaarden van dertig jaar geleden, zou de AOW-leeftijd dus eigenlijk met elf jaar verlaagd moeten worden!

Tekorten op de arbeidsmarkt?

Donner verhoogt ook de AOW-leeftijd omdat hij grote tekorten op de arbeidsmarkt vreest. Ouderen zijn hard nodig, vooral in de zorg en het onderwijs. Het is echter ook bekend dat werkgevers oudere werknemers liever zien gaan dan komen. Als werkgevers oudere werknemers langer in dienst moeten houden, wordt die aversie van werkgevers alleen maar sterker, en wordt het tegendeel bereikt: oudere werknemers worden eerder ontslagen en nog minder vaak aangenomen bij een sollicitatie.

Verhoging AOW-leeftijd schijnmaatregel

Maar stel dat verhoging van de AOW-leeftijd er wel toe leidt dat oudere werknemers langer blijven werken. Dan nog zullen zij de problemen in de zorg en het onderwijs niet helpen oplossen. Juist in het onderwijs en de zorg is er veel uitval van oudere werknemers omdat zij niet meer bestand zijn tegen de psychische of fysieke stress die het werk in deze sectoren met zich brengt. Maar jongeren zullen in een situatie van schaarste aan arbeidskrachten niet te bewegen zijn in deze sectoren met zijn relatief lage beloningen te gaan werken. Daarvoor zullen of deze sectoren geprivatiseerd moeten worden (zodat marktconforme lonen en prijzen berekend kunnen worden), of het overheidsbudget moet flink worden opgeschroefd. Donner meent kennelijk dat dergelijke moeilijke keuzes niet gemaakt hoeven te worden door een schijnmaatregel als verhoging van de AOW-leeftijd.

* Een uitgebreidere versie verschijnt in Tijdschrift voor Openbare Financiën, Jaargang 41, 2009 no. 3.

Referenties:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2009, AOW-notitie, juni 2009, Den Haag.

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik