Van groot naar klein
Er is discussie in de media over het voorstel van twee Brabantse burgemeesters, Mark Buijs en Jan Hamming, voor een kleinschalige opvang van vluchtelingen
ter vervanging van de grootschalige opvang die het COA tot nu toe hanteerde. [i] Kan de economie hier licht op doen
schijnen? Geeft dit een instructieve casus voor de economie? Er zijn verschillende mogelijke schaalvoordelen, maar telkens blijkt weer, bijv. in onderwijs,
dat de voordelen worden overschat. Zo ook hier. Hier eerst de mogelijke voordelen van grote schaal, dan de beperkingen en de nadelen, en de voordelen van
kleine schaal.
Voordelen van grote schaal
Eén voordeel van grote schaal is dat van specialisatie door arbeidsdeling. Dat gaat terug op Adam Smith met zijn bekende voorbeeld van de speldenfabriek.
In de opvang van vluchtelingen gaat het dan om specialistische ondersteuning in organisatie, logistiek, beveiliging, begeleiding, juridische diensten,
medische diensten, en cursussen. Dat is alleen rendabel te maken in een groter centrum.
Een tweede voordeel van een groot volume is het ‘potten en pannen’ effect, dat bijvoorbeeld geldt in de procesindustrie, huisvesting, en transport. De
kosten, van materiaal, verwarming, en schoonmaak, en het gewicht, en dus kosten van transport, zijn evenredig aan het oppervlak van een container (bijv.
een woonruimte, een voertuig), en de opbrengst of capaciteit is evenredig aan de inhoud ervan. Bij een bolvormige container met straal r is dan de
verhouding tussen kosten en opbrengsten evenredig aan 1/r. Bij kleine schaal nemen dan de kosten (per eenheid, hier per vluchteling) bij verdere
verkleining van schaal hyperbolisch toe.
Een derde voordeel ligt in een ‘drempeleffect’, met een bepaalde ondeelbare minimum capaciteit (drempel), zoals iemand achter een toonbank, loket, of
kassa, of op een meldpunt, of een bewaker, een administrator, of een keuken van minimale omvang en met een kok. Ook daar nemen bij kleine schaal de kosten
per eenheid bij verdere verkleining hyperbolisch toe.
Dit zijn dus geldige redenen voor schaalvergroting. Maar het marginale nut van verdere schaalvergroting neemt bij grote schaal snel af. Bovendien kunnen
sommige gespecialiseerde diensten (medisch, psychologisch, juridisch) ambulant worden aangeboden, waardoor dat schaaleffect grotendeels wegvalt.
Nadelen
Bij een aantal van n mensen (vluchtelingen) op een bepaalde plek bedraagt het aantal mogelijke bilaterale contacten n(n-1)/2. Dat neemt dus kwadratisch toe
met het aantal vluchtelingen. Dat geeft een escalatie van communicatie en van mogelijk conflict (zeker bij op elkaar gepakte mensen uit uiteenlopende
culturen).
Om dat te beperken worden in bedrijven vaak aparte afdelingen gecreëerd. Maar daardoor ontstaan lagen van toezicht en beheer, met hun stafdiensten,
waardoor de afstand en daardoor verwijdering tussen bestuurlijke top en ‘werkvloer’ toeneemt. Het bestuur zingt zich los van de realiteit.
Tot zover de puur economische, goed berekenbare effecten. En dan nu de moeilijker te meten, meer sociale en psychologische argumenten van ‘de twee
burgemeesters’.
Voordelen van kleine schaal
Met eenvoudige keukenvoorziening, of met een al bestaande keuken, kunnen vluchtelingen zelf koken. Ze kunnen gemakkelijker ingeschakeld worden in
logistiek, onderhoud, schoonmaak, en reparatie. Dat bespaart kosten en verzwakt de argumenten voor grote schaal. Activiteit van vluchtelingen, met een
gevoel hun eigen leven enige vorm te geven, is veel gezonder dan inactiviteit.
Men kan in kleine locaties beter vluchtelingen bij elkaar zetten die bij elkaar passen.
Bij kleinere schaal zijn contacten minder massaal, meer overzichtelijk en persoonlijker. Naast onderlinge contacten zijn er meer contacten met autochtonen,
in hun eigen omgeving. Meer mogelijkheden, met meer directe en informele contacten, om vluchtelingen in te zetten in arbeidsmarkt en opleiding. Vanwege de
grotere overzichtelijkheid en minder anonieme, meer persoonlijke contacten tussen vluchteling en autochtoon is de acceptatie door de lokale bevolking
gemakkelijker. Zoals genoemde burgemeesters het, misschien ietwat geïdealiseerd, zeiden: de vluchtelingen ‘krijgen een gezicht’, en ‘de gemeenschap gaat er
omheen staan’. Het is gemakkelijker om lokale vrijwilligers in te schakelen. Dat alles bevordert de integratie. Vooral op langere termijn is dat een enorm
voordeel, voor de vluchtelingen zelf en voor het land als geheel.
Door deze effecten is ook bewaking minder nodig.
Vertrouwen
Voor een goede opvang en integratie is vertrouwen nodig, wederzijds en onderling, tussen vluchtelingen, autoriteiten en autochtonen. Een belangrijke basis
van vertrouwen is gedeelde wetten, gewoonten en verwachtingen. Dat ontbreekt in hoge mate in de chaotische mengeling van culturen van vluchtelingen in een
voor hen onbekend land. Vertrouwen vergt ook enig zelfvertrouwen en gevoel van veiligheid. Bij een gevoel van dreiging krijgt vertrouwen minder kans. De
vluchtelingen verkeren in verwarring, stress en onzekerheid, en zijn vaak getraumatiseerd.
Als er geen institutionele basis voor vertrouwen is dan moet het op persoonlijke basis worden opgebouwd. Dat lukt kleinschalig veel beter dan grootschalig,
en vergt ook een zekere continuïteit en stabiliteit.
Conclusie
Laten we toch afstappen van het nauwe denken in termen van alleen economische en meetbare aspecten van efficiëntie, op korte termijn, en overwegingen van
sociale en politieke aard mee laten wegen, ook als die minder goed direct meetbaar zijn en vooral op langere termijn effect hebben.
[i]
Zie bijvoorbeeld de Volkskrant van 25 februari jl.