Back

Artikel

Home

Belastingverhogingen zijn geen oplossing voor onze begrotingsproblemen

23 feb 2010
Onderwerpen: Openbare financiën
Het is inmiddels weer bon ton om over belastingverhogingen te spreken, zowel onder politici als onder wetenschappers. Sylvester Eijffinger en Raymond Gradus stellen namens het wetenschappelijk instituut voor het CDA dat dit de verkeerde weg is. Belastingen mogen dan de prijs van beschaving zijn, een verhoging van belastingen verkleinen de basis om de beschaving te financieren. Van een eenvoudiger en begrijpelijker fiscaal stelsel valt naar hun mening meer te verwachten.

Belasting verhogen is weer 'in'

De val van het kabinet zal ervoor zorgen dat het debat over de omvang van de overheid de komende maanden in hevigheid gevoerd zal worden. De komende verkiezingen dwingen politieke partijen ertoe om duidelijk te zijn hoe zij het gapend gat tussen uitgaven en inkomsten weten te overbruggen. Plannen tot belastingverhoging lijken aan populariteit te winnen bij steeds meer politieke partijen. De PvdA heeft al aangegeven het toptarief in de loon- en inkomstenbelasting voor mensen die meer dan 55.000 euro verdienen te willen verhogen, terwijl Groen Links kamerlid Tofik Dibi voorstander is van een studietaks. Afgestudeerden gaan afhankelijk van hun inkomen een extra belasting betalen om daarmee de studiefinanciering terug te betalen. Consequentie is dat dit de braindrain zal verergeren. Op dit moment verlaten 10 studenten na hun afstuderen Nederland en daar staan slechts 4 buitenlanders tegenover. Door dit soort plannen zal de uitstroom alleen maar toenemen, terwijl onze kennissamenleving deze mensen heel hard nodig heeft. Zijn partijgenoot Maarten van Poelgeest maakt het nog bonter door gemeentelijke opcenten op de BTW te suggereren om daarmee het grootstedelijke Noord-Zuid debacle te kunnen financieren. Hij lijkt daarbij eenvoudigweg voorbij te gaan aan het gegeven dat Amsterdammers deze belasting kunnen ontwijken door in de buurgemeente boodschappen te doen. Zijn PvdA-collega Lodewijk Asscher wil dat de gemeentelijke belasting omhoog gaat voor de rijkere hoofdstedelingen en de Amsterdamse D66 zoekt haar toevlucht tot een forse verhoging van de parkeerbelasting.

Ook in wetenschappelijke kring is belastingverhoging populair. In Socialisme en Democratie presenteren de economen Flip de Kam en Koen Caminada een fiscale gereedschapskist met daarin 22 maatregelen tot belastingverhoging optellend tot een bedrag van 22 miljard (zie de Kam en Caminada, 2010). De taakstelling van de heroverwegingsoperatie van 35 miljard kan volgens hen in belangrijke mate hiermee worden weggezet. Zij gaan daarbij voorbij aan de daaraan verbonden gedragseffecten – zoals minder arbeidsaanbod en belastingontwijking – en daardoor een versmalling van de belastingbasis. Recent wetenschappelijk onderzoek door o.a. Nobelprijswinnaar Edward Prescott, maar ook de praktijk in sommige landen tonen deze gedragseffecten spijkerhard aan (zie Prescott, 2004). Ook de notie dat Scandinavische landen met een hoge belastingdruk beter presteren in termen van welzijn overtuigt ons niet (zie van Dam, 2010). Nog afgezien van de vraag wat precies onder welzijn wordt verstaan, op tal van aspecten zijn de Scandinavische instituties anders dan onze instituties. Zo kent men een systeem van sociale zekerheid dat veel activerender is en zijn de R&D uitgaven zowel publiek als met name privaat veel hoger. Het is een misvatting te denken dat de goede prestaties te danken zijn aan de hoge belastingen, bovendien is de BTW in Scandinavische landen fors hoger ook, omdat zij vanwege hun ligging minder rekening hoeven te houden met weglekeffecten. Boeiend is dat men in het verleden de directe belastingen om hiervoor genoemde redenen fors heeft verlaagd.

Hogere belastingen verminderen welvaart

Wij kiezen er voor om de belastingen niet te verhogen. Belastingverhoging gaat immers ten koste van economische groei en werkgelegenheid in ons land, ook van lager opgeleiden doordat specialisatie door een hoge belasting op arbeid wordt ontmoedigd. Bovendien gaat, als de totale financiële opgave op die manier wordt weggewerkt, een doorsnee gezin een kleine tienduizend euro meer betalen. Wanneer tot aan Jan Modaal huishoudens worden ontzien, blijven er geen hoge inkomens meer over. De Kam en Caminada zoeken om die reden hun toevlucht in hogere belastingen op winst, erfenissen en vermogen . Concreet denken zij aan een hogere Vennootschapsbelasting (Vpb) en successierechten en de introductie van een progressieve vermogenswinstbelasting. De Kam en Caminada geven aan dat dit het vestigingsklimaat niet merkbaar zal schaden, maar dit overtuigt ons niet. Recent internationaal onderzoek van de OESO geeft aan dat de belasting op winst en kapitaal het meest verstorend is en verhoging van de Vpb maakt Nederland steeds minder aantrekkelijk als vestigingsplaats voor bedrijven (zie OESO, 2008). De OESO doet dan ook de aanbeveling om de belasting op mobiele factoren zoals arbeid en kapitaal te verminderen en deze te vervangen door minder schadelijke consumptiebelastingen. Een progressieve vermogenswinstbelasting leidt tot additionele welvaartsverliezen. Door de vermogenswinsten pas te belasten op het moment dat de belastingplichtige het voordeel realiseert ontstaat een sterkere prikkel om de winst in een vennootschap op te potten. Bovendien leidt een progressieve vermogenswinstbelasting tot allerlei belastingbesparende constructies, waar men juist met de Paarse belastingherziening in 2001 een einde aan heeft gemaakt. Ook het voorstel om de erfbelasting te verhogen verdient geen navolging. Staatssecretaris Jan Kees de Jager heeft net de marginale tarieven op erven die soms opliepen naar 68 procent verlaagd. Het opnieuw verhogen hiervan getuigt van een zigzag beleid, hetgeen de geloofwaardigheid van de overheid niet ten goede zal komen. De meeste voorstellen van de Kam en Caminada roepen een sterk verlangen naar de vorige eeuw op, maar gaan voorbij aan het feit dat bedrijven, kapitaal en werknemers veel mobieler zijn geworden.

Maak fiscaal stelsel eenvoudiger

Verstandiger is het voorstel van de Kam en Caminada tot één BTW tarief. Daardoor gaan de administratieve lasten fors omlaag en wordt arbitrage tussen verschillende tarieven voorkomen. Wij willen de extra opbrengst gebruiken voor een verlaging van de inkomstenbelasting. Dit zal de economische groei extra stimuleren. Hiermee kan een gedeelte van de taakstelling worden ingevuld. Het begrotingstekort wordt immers uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product en door de groei te stimuleren wordt de noemer en dus het draagvlak groter. Herziening van het belastingstelsel moet vooral gericht zijn op het versterken van het productieve vermogen van onze economie en leiden tot vereenvoudiging en begrijpelijkheid. Vandaar het het recente pleidooi van het Wetenschappelijk Instituut (WI) voor het CDA voor de introductie van een sociale vlaktaks (zie WI, 2009a). Geen hogere, maar eenvoudigere belastingen. Voor de rest van de taakstelling zijn betere oplossingen denkbaar zoals een kleinere en efficiëntere overheid, minder bureaucratie, verbetering van het profijtbeginsel en een meer activerende sociale zekerheid. In het onlangs verschenen rapport “Op weg naar houdbare overheidsfinanciën” van het WI voor het CDA zijn deze oplossingsrichtingen nader uitgewerkt (zie WI, 2009b). Een vlucht naar voren door middel van belastingverhoging betekent dat men deze betere oplossingen uit de weg gaat. Het beslag van de overheid op de economie zou nog groter worden. Terwijl wij juist ruimte willen geven aan burgers en bedrijven en hun initiatieven.

* Een verkorte versie van dit artikel is verschenen in NRC Handelsblad, 23 februari 2010.

Referenties:

Dam, M.van (2010). Belastingen zijn de prijs voor beschaving. De Volkskrant, 18 februari.

Kam, F. de, en K. Caminada (2010). Fiscaal Instrumentarium voor economisch herstelwerk. Socialisme en Democratie, 2010-1/2, blz. 20-34.

OECD (2008). Tax and economic growth. Economics Department Working Paper No. 620.

Prescott, E.C. (2004). Why do Americans work so much more than Europeans? Federal Reserve Bank of Minneapolis Quarterly Review, Vol. 28, No. 1, July 2004, pp. 2–13 (tevens verschenen als NBER working paper 10316).

Wetenschappelijk Instituut voor het CDA (2009a). Een sociale vlaktaks: naar werkbare en begrijpelijke inkomstenbelastingen. Wetenschappelijk Instituut voor het CDA: Den Haag.

Wetenschappelijk Instituut voor het CDA (2009b). Op weg naar houdbare overheidsfinanciën: een verkenning van de financiële kaders in de volgende kabinetsperiode. Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, Den Haag.

Gerelateerde artikelen

Volledig artikel
© copyright 2024 Mejudice
Privacybeleid Voorwaarden voor gebruik